8.
Wanneer de laatste set is gekopieerd, drukt u in het venster Originelensets samenvoegen op
Laatste origineel.
De laatste kopieën worden afgedrukt.
9.
Als u de opdracht wilt annuleren, drukt u op Verwijderen.
Buiten / binnen verwijderen
Met deze toepassing kunt u alles binnen of buiten een opgegeven rechthoekig gebied verwijderen.
Er kunnen maximaal drie gebieden worden opgegeven om te worden verwijderd.
Gebieden selecteren om te verwijderen:
Druk op Kopiëren op het aanraakscherm en vervolgens op het tabblad Opdracht samenstellen.
1.
2.
Druk op Buiten / binnen verwijderen.
3.
Alles buiten het opgegeven gebied verwijderen bij het kopiëren:
Druk op Buiten verwijderen.
a.
b.
Het gebied wordt gedefinieerd door de rechthoek die wordt gevormd tussen de punten, zoals
op het aanraakscherm wordt weergegeven. Druk op Gebied 1 en druk op elke coördinaat op
het aanraakscherm. Gebruik het alfanumerieke toetsenblok op het bedieningspaneel om de
coördinaatwaarden voor X1, X2, Y1 en Y2 in te voeren. Wanneer alle waarden zijn ingevoerd,
drukt u op Opslaan.
c.
Als u het verwijderde gebied wilt toepassen voor 2-zijdig kopiëren, drukt u onder Originelen
op Beide zijden, Alleen zijde 1 of Alleen zijde 2.
Druk op Opslaan.
d.
e.
U kunt extra gebieden definiëren door Gebied 2 en Gebied 3 te selecteren.
4.
Alles binnen het opgegeven gebied verwijderen bij het kopiëren:
Druk op Binnen verwijderen.
a.
b.
Het gebied wordt gedefinieerd door de rechthoek die wordt gevormd tussen de punten, zoals
op het aanraakscherm wordt weergegeven. Druk op Gebied 1 en druk op elke coördinaat op
het aanraakscherm. Gebruik het alfanumerieke toetsenblok op het bedieningspaneel om de
coördinaatwaarden voor X1, X2, Y1 en Y2 in te voeren. Wanneer alle waarden zijn ingevoerd,
drukt u op Opslaan.
c.
Als u het verwijderde gebied wilt toepassen voor 2-zijdig kopiëren, drukt u onder Originelen
op Beide zijden, Alleen zijde 1 of Alleen zijde 2.
Druk op Opslaan.
d.
e.
U kunt extra gebieden definiëren door Gebied 2 en Gebied 3 te selecteren.
Kopieerinstellingen opslaan
Als u een bepaalde set kopieerinstellingen wilt bewaren voor toekomstige opdrachten, kunt u de
instellingen een naam geven en opslaan, zodat u ze gemakkelijk op een later tijdstip weer
kunt gebruiken.
De huidige kopieerinstellingen opslaan:
1.
Druk op het aanraakscherm op Kopiëren.
2.
Druk op het tabblad Opdrachtmodule en druk dan op Huidige instellingen opslaan.
WorkCentre 5300 Multifunctionele printer
Handleiding voor de gebruiker
Kopiëren
121