Afdrukken
4.
Plaats het papier tegen de linkerzijde van de lade.
Opmerking:
Zorg dat het papier niet boven de maximumvullijn uitkomt. Als dat wel gebeurt, kan er
een papierstoring optreden.
5.
Stel de geleiders zo af dat deze de randen van de stapel papier raken.
6.
Duw de lade helemaal in de printer.
7.
Kies zo nodig het formaat, de soort of de kleur van het papier op het aanraakscherm van de
printer en druk vervolgens op Bevestigen.
8.
Als u de mediasoort niet hebt gewijzigd, drukt u op Bevestigen op het aanraakscherm.
Papier in lade 3 en 4 plaatsen
In lade 3 kunt u maximaal ongeveer 870 vellen papier van 80 g/m², B5 JIS/A4 (Executive/Letter)
plaatsen. In lade 4 kunt u maximaal ongeveer 1130 vellen papier van 80 g/m², B5/Executive of
A4/Letter plaatsen.
In lade 3 en 4 kunt u papier met gewichten tussen 60 g/m² en 215 g/m² plaatsen.
Papier in lade 3 en 4 plaatsen:
1.
Trek de papierlade open tot deze niet meer verder kan.
2.
Waaier de randen van het papier uit voordat u het in de lade plaatst. Met deze procedure scheidt
u de vellen papier die aan elkaar zijn geplakt en verlaagt u de mogelijkheid op papierstoringen.
Opmerking:
Haal het papier pas uit de verpakking als dit echt nodig is, om papierstoringen en
vastgelopen papier te voorkomen.
60
WorkCentre 5300 Multifunctionele printer
Handleiding voor de gebruiker
wc53xx-028
wc53xx-029