9.
Als uw printer niet in de lijst met gevonden printers wordt weergeven:
a.
Klik op Voer het netwerkadres of de naam van de printer in boven in het venster.
b.
Typ het adres of de naam van de gewenste printer en wacht totdat de computer de printer
heeft gevonden. Als het IP-adres van de printer onbekend is, raadpleegt u
printer opzoeken
Klik op Doorgaan.
c.
10. Klik op OK om het bericht over de printerwachtrij te accepteren.
11. Schakel indien gewenst de selectievakjes Printer instellen als standaard en Testpagina
afdrukken in.
12. Klik op Doorgaan en klik vervolgens op Sluiten.
13. Klik op het menu Apple, open Systeemvoorkeuren en open dan Afdrukken en faxen.
14. Klik op het tabblad Afdrukken, selecteer de printer in de lijst en klik vervolgens op
Printer instellen.
15. Klik op Installeerbare opties en controleer dat de opties die op de printer zijn geïnstalleerd,
worden weergegeven.
16. Als u wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op Wijzigingen toepassen, sluit u het venster en sluit u
Systeemvoorkeuren af.
De printer is nu gereed voor gebruik.
De printer toevoegen voor Macintosh OS X versie 10.5
Open de map Programma's en dubbelklik dan op Systeemvoorkeuren.
1.
2.
Klik op Afdrukken en faxen.
3.
Klik op de plus-knop onder de lijst met geïnstalleerde printers.
4.
Voer het IP-adres of de hostnaam van de printer in.
5.
Voer een wachtrijnaam voor uw printer in of laat dit leeg als u de standaardwachtrij
wilt gebruiken.
6.
Klik op de printer en klik vervolgens op Toevoegen.
Opmerking:
Als de printer niet door het netwerk is gevonden, controleert u of de printer is
ingeschakeld en de Ethernet-kabel goed is aangesloten.
Aansluiten door het IP-adres van de printer op te geven:
Klik op het pictogram Systeemvoorkeuren vanuit de map Programma's in uw dock.
1.
2.
Klik op Afdrukken en faxen.
3.
Klik op de plus-knop onder de lijst met geïnstalleerde printers.
4.
Klik op IP-printer.
5.
Klik op IPP, Line Printer Daemon – LPD of HP Jet Direct – Socket.
6.
Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres.
7.
Voer een naam in voor de printer.
8.
Voer een locatie in voor de printer.
9.
Klik op de gewenste driver in de keuzelijst Druk af via.
10. Klik op het printermodel en klik vervolgens op Toevoegen.
op pagina 49.
WorkCentre 5300 Multifunctionele printer
Handleiding voor de gebruiker
Installatie en instellingen
Het IP-adres van de
47