Kopieën nieten
Als de printer is uitgerust met de optionele geïntegreerde kantoorafwerkeenheid, kunnen kopieën
automatisch met één nietje worden geniet. De LX-kantoorafwerkeenheid kan automatisch met twee
nietjes nieten.
Nieten selecteren:
1.
Druk op Kopiëren op het aanraakscherm.
2.
Druk in Aflevering kopieën op de optie Sets 1 nietje.
Druk op Meer voor extra nietopties.
3.
Opmerking:
De nietopties zijn afhankelijk van de richting waarin het papier in de printer wordt
gevoerd (korte kant eerst of lange kant eerst). Als de gewenste nietoptie niet beschikbaar is, drukt
u op Papiertoevoer en kiest u de betreffende lade.
a.
Druk in Nieten op 1 nietje, 2 nietjes of 2 nietjes boven. Op het scherm wordt de plaats van
het nietje op de pagina weergegeven.
Druk indien nodig op Papiertoevoer en selecteer de lade waarin het gewenste papier
b.
is geplaatst.
Druk op Opslaan.
c.
Kopieën rillen
Als uw printer is uitgerust met de LX-kantoorafwerkeenheid met AVH-module, kunnen kopieën
automatisch worden gerild (voorgevouwen). U kunt de kopieën vervolgens vouwen om een katern
te maken.
Opmerking:
De opties voor rillen zijn afhankelijk van het papierformaat en de invoerrichting.
Het papier moet met de korte kant eerst worden ingevoerd uit een geschikte lade. Als de riltoets of
de gewenste optie voor rillen niet beschikbaar is, drukt u op Papiertoevoer en kiest u de
betreffende lade.
1.
Druk op Kopiëren op het aanraakscherm.
2.
Druk in Aflevering kopieën op de optie Rillen en vervolgens op Enkele rillijn.
Om ieder pagina afzonderlijk te rillen en te stapelen, drukt u bij Te rillen pagina op Pagina voor
3.
pagina rillen of op Als set rillen. Als Als set rillen is geselecteerd, kunt u indien gewenst op Nieten
drukken om de pagina's op de rillijn te nieten.
4.
Druk op Opslaan.
Kopieën perforeren
Als uw printer is uitgerust met de LX-kantoorafwerkeenheid met perforator, kunnen kopieën
automatisch worden geperforeerd.
Opmerking:
De opties voor perforeren zijn afhankelijk van het papierformaat en de invoerrichting.
Het papier kan met de korte kant eerst of met de lange kant eerst worden ingevoerd uit een
geschikte lade. Als de gewenste optie voor perforeren niet beschikbaar is, drukt u op
Papiertoevoer en kiest u de lade waarin het papier in de gewenste invoerrichting is geplaatst.
1.
Druk op Kopiëren op het aanraakscherm.
2.
Druk in Aflevering kopieën op de optie Meer.
WorkCentre 5300 Multifunctionele printer
Handleiding voor de gebruiker
Kopiëren
105