Terug naar inhoudsopgave
Aanzichten desktopcomputer
Dell™ OptiPlex™ 330 Gebruikshandleiding
Aanzicht voorzijde
Aanzicht achterzijde
Aansluitingen op het achterpaneel
Aanzicht voorzijde
1
USB 2.0-aansluitingen
Gebruik de USB-aansluitingen voor apparaten die u zo nu en
(2)
dan aansluit, zoals joysticks en camera's, of voor opstartbare
USB-apparaten (zie
voor meer informatie over het opstarten vanaf een USB-
apparaat). Het verdient de aanbeveling om de USB-
aansluitingen aan de achterzijde te gebruiken voor apparaten
die aangesloten blijven, zoals printers en toetsenborden.
2
activiteitslampje vaste
Het activiteitslampje voor de vaste schijf zal gaan branden
schijf
wanneer de computer gegevens van de vaste schijf leest of
naar de vaste schijf schrijft. Het lampje kan ook gaan branden
als een apparaat zoals een optisch station actief is.
3
aan/uit-knop, aan/uit-
Druk op de aan/uit-knop om de computer aan te zetten. Het
lampje
lampje in het midden van deze knop geeft de stroomstatus
aan.
KENNISGEVING:
de aan/uit-knop niet gebruiken om de computer uit te zetten.
U moet de computer daarentegen uitschakelen via het
besturingssysteem.
4
Dell-logo
Dit logo kan in de stand van de computer worden gedraaid.
Om het logo te roteren moet u uw vingers om de rand van het
logo plaatsen, stevig drukken en het logo verdraaien. U kunt
het logo ook draaien met behulp van de inkeping onderaan
het logo.
5
stroomlampje
Het stroomlampje licht op en knippert of blijft branden om
verschillende werkstanden aan te geven:
Om een energiebesparende modus te verlaten drukt u op de
aan/uit-knop of gebruikt u het toetsenbord of de muis als
deze zijn ingesteld als wekapparaten in Windows
Hardwarebeheer. Raadpleeg voor meer informatie over
slaapmodi en het verlaten van een energiebesparende modus
Energiebeheer.
Raadpleeg
lichtcodes op basis waarvan u computerproblemen kunt
oplossen.
6
controlelampjes
Met behulp van deze lampjes kunt u een computerprobleem
oplossen op basis van de diagnostische code. Raadpleeg
Controlelampjes
7
LAN-indicatielampje
Dit lampje geeft aan dat er een LAN (Local Area Network)-
verbinding is gemaakt.
Opties van het systeemsetupprogramma
Om gegevensverlies te voorkomen moet u
Geen lichtje — De computer staat uit.
l
Aanhoudend groen — De computer bevindt zich in een
l
normale werkstand.
Groen knipperend — De computer bevindt zich in een
l
energiebesparende modus.
Aanhoudend oranje of oranje knipperend — Zie
l
Problemen met de
stroomvoorziening.
Controlelampjes
voor een beschrijving van
voor meer informatie.