"Drives" (Schijven) van het systeemsetupprogramma en stel de juiste configuratie in voor Drive 0 through 3 (Schijf 0 t/m 3).
8. Breng de computerkap opnieuw aan (zie
KENNISGEVING:
Om een netwerkkabel aan te sluiten, gaat u als volgt te werk. Sluit de kabel eerst op de netwerkpoort of de netwerkvoorziening aan
en vervolgens op de computer aan.
9. Sluit de stekker van de computer en apparaten aan op het stopcontact en zet ze aan.
Een vaste schijf installeren
1. Volg de procedures uit die zijn beschreven in
2. Verwijder de computerkap (zie
3. Raadpleeg de documentatie voor de schijf om te controleren of deze voor uw computer is geconfigureerd.
1
vaste schijf
2
4. Als er geen plastic schijfbeugel aan de vervangende vaste schijf is bevestigd, moet u de beugel van de bestaande schijf verwijderen door deze los te
trekken.
Zet de nieuwe schijf met de beugel vast.
5. Schuif de vaste schijf voorzichtig in het schijfcompartiment totdat deze vastklikt.