KENNISGEVING:
Installeer geen ECC- of gebufferde geheugenmodules Uw computer ondersteunt alleen ongebufferde, niet-ECC-geheugens.
Installatierichtlijnen
Als u slechts één DIMM-geheugenmodule installeert, moet u deze op de aansluiting DIMM_1 installeren.
l
Voor de beste prestatie moeten geheugenmodules worden geïnstalleerd in paren van overeenkomstige geheugencapaciteit, snelheid en technologie. Als
l
de geheugenmodules niet in overeenkomstige paren worden geïnstalleerd, zal de computer blijven werken, maar zal er sprake zijn van een iets
mindere prestatie (zie het label op de module om de capaciteit van de module vast te stellen). Als u een gemengd paar installeert, bijvoorbeeld een
DDR2 667-MHz-geheugenmodule en een DDR2 800-MHz-geheugenmodule, zullen beide modules op de laagste van de twee snelheden werken.
OPMERKING:
Het geheugen dat u bij Dell hebt aangeschaft, valt onder de garantievoorwaarden voor uw computer
Geheugen installeren
LET OP:
Voordat u met een van de procedures in dit gedeelte begint, moet u de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
KENNISGEVING:
U kunt schade aan onderdelen binnen de computer ten gevolge van statische elektriciteit voorkomen door de statische elektriciteit in
uw lichaam te ontladen voordat u elektronische onderdelen van de computer aanraakt. Dit kunt u doen door een ongeverfd metalen oppervlak van het
computerchassis aan te raken.
1. Volg de procedures uit die zijn beschreven in
2. Verwijder de computerkap (zie
3. Druk op de bevestigingsklemmen aan weerszijden van de aansluiting voor de geheugenmodule.
1
uitsparingen (2)
3
inkeping
5
horizontale streep
4. Lijn de inkeping aan de onderkant van de module uit met de horizontale streep in de aansluiting.
KENNISGEVING:
Druk de geheugenmodule met gelijke druk aan de uiteinden recht naar beneden in de aansluiting om schade aan de module te
voorkomen.
5. Druk de module in de aansluiting totdat deze vastklikt.
Als u de module op juiste wijze aanbrengt, zullen de bevestigingsklemmen vastklikken in de uitsparingen aan elk uiteinde van de module.
6. Breng de computerkap opnieuw aan.
KENNISGEVING:
Om een netwerkkabel aan te sluiten, moet u eerst de kabel op het netwerkcontact aansluiten en vervolgens de kabel op de computer
aansluiten.
7. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan.
Voordat u
begint.
De computerkap
verwijderen).
2
geheugenmodule
4
bevestigingsklem (2)