2. Veiligheidsvoorschriften
> Bewaar het medisch hulpmiddel vóór de inbedrijfstelling 24 uur bij kamertemperatuur.
> Controleer het medisch hulpmiddel vóór elk gebruik op beschadiging en loszittende onderdelen.
> Stel het medisch hulpmiddel bij beschadiging niet in bedrijf.
> Zorg altijd voor de juiste bedrijfsomstandigheden.
> Controleer de ingestelde parameters telkens als u het apparaat herstart.
> Voer vóór elk gebruik een functietest uit.
> Zorg ervoor dat de operatie bij een uitval van de apparatuur of instrumenten veilig kan worden voltooid.
> Motorkabel niet verdraaien en knikken! Niet te strak wikkelen!
> Vocht in het medisch hulpmiddel kan tot een storing leiden! (Gevaar voor kortsluiting)
> Het medisch hulpmiddel mag niet worden gedemonteerd.
> Het medisch hulpmiddel mag niet worden geolied (voor de gehele levensduur gesmeerd)!
Het medisch hulpmiddel is niet goedgekeurd voor gebruik in mogelijk explosieve omgevingen.
9