Advertenties
WAARSCHUWING BIJ VERLIES VAN BANDENSPANNING
2
5
Stilstaande motor:
– druk kort op een een van de knoppen 3
of 4 om het controlelampje 5 op het dis-
play 2 te selecteren;
– druk lang (ongeveer 5 seconden) op een
van de knoppen 3 of 4 om het resetten
te starten. Het SET-controlelampje knip-
pert op het display 2. Wanneer het con-
trolelampje verdwijnt, wordt de referentie-
spanning van de banden geregistreerd.
N.B.
De referentiewaarde mag niet lager zijn dan
de aanbevolen waarde die op de zijkant van
het portier vermeld staat.
2.16
Aanduiding
Bandenspanning corrigeren
Het controlelampje
3
betekent dat minstens een van de banden
lek is.
Controleer en corrigeer indien nodig de ban-
denspanning van de vier koude wielen. Het
4
controlelampje
nuten rijden.
Het
waarschuwingslampje
®
veiligheid, direct te stoppen
zonder het verkeer in gevaar te
brengen.
(2/3)
Lekke band
Het controlelampje
vergezeld van het controlelampje
blijft branden. Dit
Dit betekent dat minstens een van de
banden lek is of veel te lage spanning heeft.
Vervang de band of roep de hulp in van een
merkdealer als deze lek is. Pomp de band
op als de bandenspanning te laag is.
dooft na enkele mi-
Drukzender banden controleren
Het controlelampje
dere seconden en blijft dan branden verge-
zeld van het controlelampje
Dit wijst op een storing van de sensor of af-
wezigheid van de sensor in minstens een
van de wielen.
dwingt u, voor uw
blijft branden
knippert meer-
©
Een plots verlies van bandenspanning
(klapband ...) wordt mogelijk niet door
het systeem worden opgespoord.
®
.
.
Advertenties
Hoofdstukken
