KINDERVEILIGHEID: installatie van het kinderzitje, algemeen
Op zitplaats achter aan de zijkant
Een reiswieg wordt dwars in de auto geïn-
stalleerd en neemt ten minste twee zitplaat-
sen in beslag.
Plaats het hoofd van het kind aan de tegen-
over het portier gelegen kant.
Zet de voorstoel van de auto zo ver moge-
lijk naar voren om een kinderzitje achterste-
voren te installeren, en zet deze daarna zo
ver mogelijk terug zonder dat deze tegen het
kinderzitje komt.
Voor de veiligheid van het vooruit geplaatste
kind, mag u de stoel die voor het kind staat
niet verder dan halverwege de stelrails naar
achteren zetten, de rugleuning niet te schuin
(25° maximaal) zetten en moet u de stoel zo
hoog mogelijk zetten.
Verwijder in ieder geval de hoofdsteun
van de stoel achteraan waarop het kinder-
zitje is geplaatst (raadpleeg de paragraaf
"Hoofdsteunen achter" in hoofdstuk 3). Dit
moet gebeuren voordat u het kinderzitje
plaatst.
Controleer of het vooruit geplaatste kinder-
zitje goed tegen de rugleuning van de stoel
van de auto rust.
1.28
(2/2)
Monteer het kinderzitje bij voor-
keur op een zitplaats achterin.