Elektrische aansluiting
6.3 Aansluiten
● Vereisten volgens IEC/EN 60204‑1
● Vereisten volgens IEC/EN 60079-14 bij gebruik in zone 1, 2 of 21, 22
● Projecteringsaanwijzingen
6.3
Aansluiten
6.3.1
Aardingsleider aansluiten
De doorsnede van de aardgeleider van de machine moet met de voorschriften voor de selectie
en de opstelling en met IEC / EN 60204-1 overeenstemmen.
Tabel 6-1
Volgens de bouwvorm is aan de staanderbehuizing of aan het flenslagerbord een klemlip voor
de aarding aanwezig. Het aardpunt is gekenmerkt.
De klemlip is geschikt voor het aansluiten van meerdradige geleiders met kabelschoenen of
platte banden. Alle motoren hebben bovendien een beschermleiderklem binnenin de
aansluitkast.
Let er bij het aansluiten van de aardgeleider op dat het aansluitvlak contactloos en met een
geschikt middel tegen corrosie is beschermd, bijv. met zuurvrije vaseline;.
6.3.2
Schakelschema in het deksel van de aansluitkast
Informatie over de schakeling en de aansluiting van de motorwikkeling vindt u in het
schakelschema op de deksel van de aansluitkast.
54
Bepaling van de doorsnede van de aardgeleider
Buitendoorsnede van de geleider S
S ≤ 16 mm²
16 mm² < S ≤ 35 mm²
S > 35 mm²
Doorsnede van de aardgeleider [mm²]
S
16 mm²
S/2
LOHER CHEMSTAR 1PS0
Bedieningshandleiding 05/2015