niet worden gebruikt.
• Aansteken, maar de deur niet helemaal sluiten bij:
In deze fase is het zinvol om de luchttoevoer meerdere keren te regelen.
- opklapbare toestellen met de hendel dicht tegen
- bij omhoog schuifbare toestellen deur niet hele-
Als het aansteekhout goed brandt, kleine blokken
hardhout of grotere blokken zachthout volgens het
houtblokken-principe bijvullen.
(Gloed niet volledig afdekken of stikken.) De deur
alleen op een kier of bij haarden met liftdeur iets
open laten.
Als de houtblok goed vlam heeft gevat, de deur
sluiten; de stelhendel blijft in de positie naar rechts
= maximale verbrandingslucht; dit moet in de regel
15 - 20 minuten zo blijven om de inbouwhaard op
bedrijfstemperatuur te brengen.
het frame van de deur leunen.
maal sluiten, maar 3 - 5 cm open laten staan.
Na wat ervaring met de eigenschappen van uw inbouwhaard zult u de juiste
afstelling al snel vinden.
3.2.2 VUUR A ANMAKEN VOOR GEVORDERDEN
(BOVENSTE VERBRANDING)
Het principe: deze methode voor het aanmaken van vuur is een eenvoudige
en effectieve mogelijkheid om emissies door haarden te verminderen. De
stapel hout brandt hierbij van boven naar beneden af. Door deze verbran-
dingsmethode gaan alle gassen door de hete verbrandingszone (vlammen)
boven de stapel, waardoor een volledige verbranding kan worden bereikt.
Het hout eronder wordt geleidelijk verbrandt, er komt gas uit en verbrandt
in de hete verbrandingszone. Het resultaat is een verbranding die veel
NL 8
Hiervoor wordt de stelhendel ongeveer in de mid-
delste stand gedraaid (primaire lucht gesloten). Als
de vlammen nu erg klein worden, de stelhendel
weer iets verder openen (naar rechts (+) draaien).
Of nog iets verder sluiten (naar links (-) draaien),
als het vuur snel groter wordt.
Als het vooraf bijgevulde hout is afgebrand en er
na de eerste vulling alleen nog gloed aanwezig
is, kan eventueel worden bijgevuld (het beste
nu hardhout). Zie hiervoor ook hoofdstuk „3.3
Branden/bijvullen".