5.
Door de
MENU knop in te drukken, bevestigt u de wijziging
en gaat u terug naar de Setupmodus "ALARM".
Druk herhaaldelijk op de MENU knop om van modus te wis-
selen.
Naar de bovenste modus/van modus wisselen :
De wielkeuze en wielomtrek
Stel de wielomtrek (periferische lengte) in op SP1 (Snelheidssensor 1) en SP2 (Snel-
heidssensor 2) gesynchroniseerd volgens "Zoeken naar sensor ID" (pagina 52).
*
Voor de wielomtrek, zie "Wielomtrek" (pagina 16).
*
Houd de
MODE1 of MODE2 knop ingedrukt om snel het nummer te verhogen/verlagen.
1.
Houd de MENU knop in de Klokmodus of Sportmodus inge-
drukt totdat "SETUP MENU" op het scherm verschijnt.
Het schakelt automatisch naar "CLOCK DATE".
Modus wisselen :
2.
Schakel over naar het "TIRE" door de MODE1 of MODE2 knop
te gebruiken, bevestig daarna door de SSS knop te gebrui-
ken.
Scherm wisselen :
3.
Selecteer
(Sensor 1) of
of MODE2 knop te drukken.
↔
:
*
Stel de wielomtrek alleen op
polshorloge slechts voor één fiets wordt gebruikt. Stel de
wielomtrek op
voor twee fietsen gebruikt.
MENU
(indrukken & vasthouden)
MODE1
(of)
Bevestig :
MODE2
(Sensor 2) door op de MODE1
MODE1
Bevestig :
(of)
MODE2
(Sensor 1) in, wanneer het
(Sensor2) in, wanneer u het polshorloge
MENU
Huidig geselec-
teerde sensor
SSS
Wielomtrek ingesteld
op de huidig gese-
lecteerde sensor
SSS
Vervolgd
TIRE
NL-51