3.2.1.3 Voor dubbelwandige tanks van staal volgens DIN 6618, delen 2 en 4, wordt de maximaal
toelaatbare inhoud van de tank beperkt door de dichtheid van de opgeslagen vloeistof volgens
tabel 2.
Tabel 2:
Dichtheid (kg/dm³):
≤ 1,00
≤ 1,20
≤ 1,40
≤ 1,80
3.2.1.4 Andere dubbelwandige stalen tanks en dubbelwandige kunststof tanks met algemene
bouwkundige goedkeuring of, in individuele gevallen, met een verklaring van het testcentrum voor
lekdetectoren van TÜV NORD of met een geschiktheidsverklaring van de verantwoordelijke
waterbeheerder die de aansluiting van een vacuümlekdetector met de onder punt 2.0 aangegeven
schakelwaarden toestaat.
3.2.1.5 De lekdetector kan worden aangesloten op tussenruimten van containers (tanks) die eerder
werden bewaakt met lekdetectievloeistof, maar er moet een bepaalde hoeveelheid worden
afgezogen voordat de vacuümlekdetector wordt aangesloten. Let op punt 6.3.
3.2.2 Enkelwandige tanks met lekvrije bekleding/lekvrije mantel
Met algemene bouwkundige goedkeuring of, in individuele gevallen, met een verklaring van het TÜV
NORD-testcentrum voor lekdetectoren of met een geschiktheidsverklaring van de verantwoordelijke
waterautoriteit. De geschiktheid van de tussenruimte voor onderdruksystemen moet worden
aangetoond voor de in punt 2.0 genoemde drukbereiken. De zuigleiding van de lekdetector moet
naar het laagste punt van de tussenruimte worden geleid.
3.2.3 Dubbelwandige bodems (bv. van tanks met vlakke bodem volgens DIN 4119
Met algemene bouwkundige goedkeuring of, in individuele gevallen, met een verklaring van het TÜV
NORD-testcentrum voor lekdetectoren of met een geschiktheidsverklaring van de verantwoordelijke
waterautoriteit. De geschiktheid van de tussenruimte voor onderdruksystemen moet worden
aangetoond voor de in punt 2.0 genoemde drukbereiken. De zuigleiding van de lekdetector moet
naar het laagste punt van de tussenruimte worden geleid.
3.3
Gebruik op dubbelwandige pijpleidingen
Met algemene bouwkundige goedkeuring of, in individuele gevallen, met een verklaring van het TÜV
NORD-testcentrum voor lekdetectoren of met een geschiktheidsverklaring van de verantwoordelijke
waterautoriteit.
De
maximaal
toelaatbare
De maximale verticale afmeting "h" tussen het laagste punt van de pijpleiding en de vloeistofbarrière
in de zuigleiding kan ook worden berekend volgens formule 1. Om te zorgen voor een alarmuitgang
bij éénleidingaanzuiging en meetleidingaansluiting met T-tak volgens bijlage B, tekening nr.: 50135,
moeten de aanwijzingen voor de horizontale afstand "L" van de meetleiding in acht worden
genomen.
3.4
Gebruik op speciale verzamelruimten
De geschiktheid van de tussenruimte voor onderdruksystemen moet voor de desbetreffende
onderdruk P
worden aangetoond, bijvoorbeeld met een verklaring van het testcentrum voor
AE
lekdetectoren van TÜV NORD of met een geschiktheidsverklaring van de verantwoordelijke
waterautoriteit.
26-08-2022dpae
Max. containerinhoud
Zonder limiet
≤80 m³
≤60 m³
≤50 m³
bedrijfsdruk
van
-7-
17000616 NL-17-00 GEBRUIKSAANWIJZING LAG V80H Ex NL.docx
Lekdetector V80Ex H
de
binnenbuis
is
6
bar.