8.3
Opmerkingen bij storingen of bij een alarm
Als zich een storing voordoet, wordt dit aangegeven op de besturingseenheid van de lekdetector.
De rode alarmindicator licht op en de ingebouwde zoemer klinkt. Voor het onmiddellijk verhelpen
van storingen en reparaties moet geschikt gekwalificeerd personeel worden ingezet of moet een
erkend gespecialiseerd bedrijf worden ingeschakeld.
Het akoestisch alarm (zoemer) kan tijdelijk worden uitgeschakeld door middel van de verzegelbare
schakelaar op de bedieningseenheid.
8.3.1 Mogelijke oorzaken van storing:
Lekkage in het systeem, de alarminschakelwaarde is bereikt
Pomp of drukschakelaar defect
Verbindingsleidingen (ook uitlaatleiding), filter, detonatiebeveiliging of vloeistofbarrière
geblokkeerd, dichtgevroren
Condensaatvat vol
Elektrisch defect, kabelbreuk
Zekering van de pomp in de besturingseenheid defect
Isolatieversterker defect
8.3.2 Oorzaken van een lek kunnen zijn:
Lekkende schroefverbindingen, verbindingsleidingen, condensaatvaten,
detonatiebeveiligingen of vloeistofbarrières
Defecte membranen en kleppen in de vacuümpomp of drukschakelaar
Aansluitingen op de tank of pijpleiding
Lekkende tank, lekvrije bekleding of pijpleiding
8.3.3 Eerste maatregelen kunnen zijn:
Voer een functietest uit overeenkomstig punt 7.2.2 (controleer de waarden van de lekdetector en de
dichtheid van het systeem).
8.3.4 Fouten in het detonatiebeveiligingssysteem:
Detonatiebeveiligingen zijn in het algemeen onderhoudsvrij. In zeldzame gevallen is het
mogelijk dat de detonatiebeveiliging bevriest. Een lekdetectiesysteem kan op alarm gaan.
In dat geval moet de detonatiebeveiliging worden ontdooid, rekening houdend met de
maatregelen ter bescherming tegen explosies. Het water in het lekdetectiesysteem moet
worden verwijderd om te voorkomen dat het opnieuw bevriest. Zo nodig moeten de
detonatiebeveiligingen worden verwarmd, rekening houdend met de bescherming tegen
explosies.
Lekkende of beschadigde detonatiebeveiligingen moeten worden vervangen.
Vervang na een detonatie de gehele detonatiebeveiliging.
8.3.5 Opnieuw opstarten na een storing:
Nadat de storing of het alarm is opgeheven, moet de lekdetector weer in werking worden gesteld
zoals beschreven in punt 7.0.
9.0
Verwijdering
Zorg ervoor dat de afzonderlijke onderdelen op milieuvriendelijke wijze worden gerecycled.
26-08-2022dpae
Lekdetector V80Ex H
-24-
17000616 NL-17-00 GEBRUIKSAANWIJZING LAG V80H Ex NL.docx