Inhoudsopgave
Advertenties
10.5 Alarmsituatie of storing
10.5.1 Opmerkingen bij storingen of bij een alarm
Als zich een alarmsituatie van het lekdetectiesysteem voordoet, wordt dit aangegeven
door het rode controlelampje (LA) en klinkt de ingebouwde zoemer. Voor het
onmiddellijk opsporen en verhelpen van storingen moet onmiddellijk gekwalificeerd
personeel worden ingezet of moet een erkend gespecialiseerd bedrijf worden
ingeschakeld.
Gedurende deze tijd kan de zoemer (Su) tijdelijk worden uitgeschakeld door op de
verlichte drukknop (LDT) te drukken. Het rode lampje van de verlichte drukknop
(LDT) gaat branden.
De vacuümpomp (UPu) mag in eerste instantie niet buiten werking worden gesteld om
een zo hoog mogelijk vacuüm te kunnen handhaven.
Mogelijke oorzaken van storing:
-
Lekkage in het systeem, de alarminschakelwaarde is bereikt
-
Pomp of drukschakelaar defect
-
Verbindingsleidingen (SL; ML, AL), filter, vloeistofbarrière, detonatiebeveiliging verstopt of
bevroren
-
Condensbak vol, vloeistofbarrière gesloten
-
Elektrisch defect
-
Pompzekering defect
Oorzaken van een mogelijke alarmsituatie of storing
-
Lekkende schroefverbindingen, condensbakken (waterafscheiders), detonatiebeveiligers
(DS)
-
Defecte membranen of lekkende kleppen in de vacuümpomp (UPu) of de drukschakelaar
(D)
-
Aansluitingen op het reservoir (tank) of op de pijpleiding
-
Lekkend reservoir (tank) of lekkende pijpleiding.
10.5.2 Storingen aan de detonatiebeveiliging
Detonatiebeveiligingen zijn in het algemeen onderhoudsvrij. In zeldzame gevallen is het
mogelijk dat de detonatiebeveiliging bevriest. Het alarm van een lekdetectiesysteem kan
afgaan. In dat geval moet de detonatiebeveiliging worden ontdooid, rekening houdend
met de maatregelen ter bescherming tegen explosies. Verwijder het water in het
lekdetectiesysteem om te voorkomen dat het opnieuw bevriest. Verwarm zo nodig de
detonatiebeveiligingen, rekening houdend met de bescherming tegen explosies.
Vervang lekkende of beschadigde detonatiebeveiligingen.
Vervang na een detonatie de gehele detonatiebeveiliging.
10.5.3 Opnieuw in gebruik nemen na een storing
Stel de lekdetector weer in werking, nadat de storing of het alarm is verholpen. Volg de
procedure zoals beschreven in hoofdstuk 8 Inbedrijfstelling.
10.6 Verwijdering
Zorg ervoor dat de afzonderlijke onderdelen op milieuvriendelijke wijze worden
gerecycled.
28-11-2022 dpae
Lekdetector V90H/N
- 30 -
17000615 NL-17-00 GEBRUIKSAANWIJZING LAG V90H-N NL.docx
Advertenties
Inhoudsopgave
