7.2.5 Aansluitingen verbindingsleidingen (SL, AL, ML) tank/pijpleiding
Aan de zuigleidingaansluiting van de tank/pijpleiding moet een vloeistofbarrière (FS)
en de condensbak worden geïnstalleerd (zie montagevoorbeelden in bijlage B).
De waterafscheider (WS), vloeistofbarrière (FS) en detonatiebeveiligingen (DS) moeten
bestand zijn tegen de opgeslagen/gepompte vloeistoffen.
7.3
Montage van de detonatiebeveiliging
Explosiegevaar door kritische toepassingen!
Indien brandbare vloeistoffen met een vlampunt ≤ 60 °C met de
lekdetector worden bewaakt, bestaat er levensgevaar.
►
Bij de aansluitingen op de tank of op de leidingen moeten door het
gespecialiseerde bedrijf ook geschikte detonatiebeveiligingen worden
aangebracht (zie tekeningen nr. 50535 en 50538, aanhangsel B).
►
Er moet voor worden gezorgd dat de detonatiebeveiligingen (DS)
geschikt zijn voor de te bewaken vloeistof en dat de juiste markering
aanwezig is. Dit is volgens de explosiegroep:
►
De detonatiebeveiligingen (DS) moeten een EU-conformiteitsverklaring
hebben volgens de ATEX-richtlijn 2014/34/EU en voorzien zijn van een
CE-markering.
OPMERKING
►
Detonatiebeveiligingen met Ex II G IIA-markering zijn standaard in de
V90-lekdetector ingebouwd.
Het is van essentieel belang dat er geen vuil in de behuizing van de detonatiebeveiliging
komt.
De montage- of installatiepositie is willekeurig. In geen geval mag bij de montage of
installatie een pijpmoersleutel of vergelijkbaar gereedschap worden gebruikt!
Aan beide uiteinden van de detonatiebeveiliging DS (verloopnippel en SW27) bevindt zich
schroefdraad R 1/4" voor aansluiting op een systeem of apparaat. Bij het vastschroeven
van de bevestigingen de schroefdraad afdichten met een geschikt afdichtingsmiddel
(aanbeveling: Loctite 572).
Bij de montage van de detonatievanger DS moet erop worden gelet dat bij het
vastschroeven van verbindingselementen naar de contramoer alleen de afschuining op
de behuizing (sleutelmaat 27), of bij een schroefverbinding in de verloopnippel, de zeskant
SW27 mag worden gebruikt.
Maximaal DN10 is toegestaan als toegestane verbindingsleiding.
7.4
Montage op reservoirs (tanks) met lekdetectievloeistof (LAF)
7.4.1 Demontage van het vloeistof-lekdetectiesysteem
Voorwaarde voor de aansluiting van de lekdetector V90 H op een dubbelwandig reservoir
(tank) waarin de controleruimte (ÜR) is gevuld met lekdetectievloeistof (LAF) is de
28-11-2022 dpae
Lekdetector V90H/N
GEVAAR
Ex Il G IIA of Ex II G IIB3
- 21 -
17000615 NL-17-00 GEBRUIKSAANWIJZING LAG V90H-N NL.docx