5.4.2 Lekkage door luchtlek
Als de binnen-/buitenwand boven het vloeistofniveau lekt, wordt dit een luchtlek genoemd.
Door de drukverhoging in de controleruimte (ÜR) gaat de lekdetector in alarmstand
wanneer de alarmwaarde P
deze door oververhitting wordt uitgeschakeld of door bevoegd personeel buiten werking
wordt gesteld.
LET OP
►
De lekdetector moet weer in gebruik worden genomen nadat de
oorzaak van het alarm is weggenomen (zie hoofdstuk 8
Inbedrijfstelling).
6 Bouw
6.1
Opbouw / Overzicht
6.1.1 Combinatiebehuizing (KG)
De lekdetector V90H/N bestaat uit een combinatiebehuizing (KG) met boven- en
onderkant. De elektrische componenten zijn geïnstalleerd in het bovenste deel van de
behuizing (SK). De pompkamer en het leidingsysteem (SL, AL, ML) bevinden zich in het
onderste deel van de behuizing (AK). Beide behuizingsdelen worden luchtdicht van elkaar
gescheiden en met 4 schroeven mechanisch verbonden tot de combinatiebehuizing (KG)
(zie tekeningen nrs. 50542, 50454 en 50498, bijlage B).
6.1.2 Verbindingen tussen behuizing boven/onder (SK/AK)
De schotfitting tussen het bovenste en onderste deel van de combibehuizing (KG) wordt
afgedicht door geschikte pakkingen. De pijpverbinding ML met de drukschakelaar (D) in
het bovenste deel van de behuizing (SK) is een knelkoppeling en dienovereenkomstig
verzegeld. De buisfitting in het onderste deel (AK) is ook een knelkoppeling en
dienovereenkomstig afgedicht.
6.1.3 Afdichtingsmaatregelen combibehuizing (KG)
Afdichting van het bovenste/ onderste behuizingsdeel (SK/AK) van de combibehuizing
(KG) aan de overeenkomstige doorvoer van de behuizing:
Er is geen technisch dichte verbinding tussen de motor en de pompkamer via de
motoras.
De schroefverbinding (2x M4) tussen motor en pompkamer wordt geborgd door
veerringen en dienovereenkomstig afgedicht door een afdichtingsring. De
overeenkomstige tegendraad voor de bevestigingsschroeven bevindt zich in de
motorflens.
De schroefverbinding (4x M4) tussen het bovenste en onderste deel van de
combinatiebehuizing (KG) wordt op dezelfde manier vastgezet en afgedicht als
hierboven beschreven.
6.1.4 Behuizing onderste deel (AK)
6.1.4.1 Installatiecomponenten
Het onderste deel van de behuizing (AK) bestaat uit een behuizing met een geschroefd
deksel en behuizingsventilatie aan beide zijden.
6.1.4.2 Pompkamer
De pompkamer als onderdeel van de vacuümpomp (UPu) met de verbindingsleidingen
(SL, AL) is luchtdicht bevestigd aan het bovenste behuizingsdeel (AK). Vanuit de
pompkamer worden de zuigleiding (SL) en de uitlaatleiding (AL) met de ingebouwde
detonatiebeveiliging (DS) naar de bodem van de behuizing geleid. De schroef op het
ventilatieventiel (BS) van de zuigleiding (SL) en de schroefverbinding van de
uitlaatleiding (AL) zijn vast onder de behuizing gemonteerd.
28-11-2022 dpae
Lekdetector V90H/N
wordt bereikt. De vacuümpomp (UPu) blijft in bedrijf totdat
AE
- 16 -
17000615 NL-17-00 GEBRUIKSAANWIJZING LAG V90H-N NL.docx