demontage van het lekdetectiesysteem en de evacuatie van de lekdetectievloeistof (LAF)
uit de controleruimte (ÜR).
De verbindingsleidingen moeten worden gedemonteerd tot aan de vul- en testmonden
op de draadbussen.
De lekdetectievloeistof (LAF) moet naar behoren worden verwijderd.
OPMERKING
►
Om de lekdetectievloeistof (LAF) te verwijderen, mag u geen
overmatige druk uitoefenen op de controleruimte (mogelijke
beschadiging van het reservoir/de tank)!
7.4.2 Voorbereiding voor het afzuigen van de lekdetectievloeistof (LAF).
Schroef een schroefverbinding vast in elk van de twee draadbussen van het reservoir
(meestal 1").
Er blijft een draadbus op de tank open; hier wordt later een vacuümmeter
aangesloten. De benodigde onderdelen worden op de tweede draadbus aangesloten
volgens het montageschema in tekening nr. 50549, bijlage B.
7.4.3 Wegzuigen van de lekdetectievloeistof (LAF)
Wegzuigen van de lekdetectievloeistof (LAF) door een externe montagepomp in een
condensbak of reservoir/tank met een onderdruk van max. 600 mbar.
Het
wegzuigen
montageschema in tekening nr. 50550 bijlage B, in een condensbak, dat, afhankelijk
van de grootte van het vat, tussentijds moet worden geleegd. Zorg ervoor dat de
afsluitkraan van tevoren gesloten wordt.
De minimumhoeveelheid weg te zuigen lekdetectievloeistof (LAF) staat in de tabel
van tekening nr. 50550. De hoeveelheid onttrokken lekdetectievloeistof (LAF) moet
worden geregistreerd om na te gaan of er in de controleruimte (ÜR) van de tank
daadwerkelijk slechts een klein toelaatbaar restant lekdetectievloeistof (LAF)
achterblijft.
Het zuigproces gaat door totdat er geen lekdetectievloeistof (LAF) meer wordt
aangezogen en een maximale onderdruk van 500 mbar in de controleruimte (ÜR)
wordt bereikt. Als dit het geval is, kan worden aangenomen dat er voldoende lucht in
de controleruimte aanwezig is.
LET OP
►
Als het reservoir (tank) met brandbare vloeistoffen met een vlampunt ≤
60 °C gevuld was of is, moeten passende veiligheidsmaatregelen
worden genomen om explosies te voorkomen!
►
De geldende industriële veiligheidsvoorschriften (BetrSichV) dienen te
worden nageleefd.
►
Omdat bij het afzuigen van de lucht uit de controleruimte (ÜR) nog
lekdetectievloeistof (LAF) kan worden aangezogen, wordt aanbevolen
om in de zuigleiding (SL) direct na de vloeistofbarrière (FS) een grotere
condensbak dan standaard te installeren.
►
De condensbak dient vaker dan gewoonlijk op vloeistof worden
gecontroleerd en te worden geleegd.
7.4.4 Verwijdering van de lekdetectievloeistof (LAF)
De verwijdering van de opgevangen lekdetectievloeistof (LAF) dient te gebeuren
overeenkomstig de voorschriften inzake de verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen.
28-11-2022 dpae
Lekdetector V90H/N
van
de
lekdetectievloeistof
- 22 -
(LAF)
gebeurt
17000615 NL-17-00 GEBRUIKSAANWIJZING LAG V90H-N NL.docx
volgens
het