Wanneer de onderdruk (P
P
de vacuümpomp uit. De metingen van de ingestelde schakelwaarden worden
PA
uitgevoerd door de drukschakelaar (D). Als de druk in de controleruimte (ÜR) stijgt en de
schakelwaarde "Pomp aan" P
herstelt de bewakingsdruk (P
kan compenseren en het vacuüm stijgt tot de schakelwaarde "Alarm AAN" P
visuele en akoestische alarm in werking. Als de oorzaak van het alarm is weggenomen,
herstelt de vacuümpomp (UPu) de ingestelde bewakingsdruk P
schakelwaarde "Alarm UIT" P
De pomp blijft draaien totdat de negatieve druk (P
5.3
Installatiecomponenten Functie
De ingebouwde vloeistofbarrière (FS) met condensbak in de zuigleiding (SL), direct
gemonteerd op de koepelas/-pijp, sluit wanneer vloeistof uit de controleruimte (ÜR) wordt
aangezogen. Het circuit van de controleruimte (ÜR) is onderbroken. In de condensbak
kan vloeistof worden opgevangen zonder dat de vloeistofbarrière sluit. Indien vloeistoffen
met een vlampunt ≤ 60 °C worden opgeslagen/getransporteerd, moeten geschikte
detonatiebeveiligingen (DS) direct op het reservoir (tank)/de pijpleiding, in de aanzuig-,
meet- en uitlaatleiding worden geïnstalleerd.
Voor de uitlaatleiding (AL) moet een aparte uitgang met vloeistofbarrière (FS), een
condensbak en een geschikte detonatiebeveiliging (DS) worden geïnstalleerd (zie
tekening nr. 50551, bijlage B).
5.4
Lekkage
5.4.1 Lekkage door vloeistoflek
Bij een lek in de binnenwand onder het vloeistofniveau in het reservoir (tank)/de pijpleiding
moet er rekening mee worden gehouden, dat er vloeistof in de controleruimte (ÜR) kan
komen. Dit geldt ook voor ondergrondse reservoirs (tanks) en pijpleidingen met een lek in
de buitenwand. In dit geval moet binnen het grondwatergebied rekening gehouden worden
met het binnendringen van grondwater in de controleruimte (ÜR).
Bij een vloeistoflek kan de vloeistof door de vacuümpomp (UPu) worden aangezogen en
de vloeistofbarrière (FS) bereiken. In dit geval sluit de vloeistofbarrière (FS) in de
zuigleiding (SL) en wordt de vacuümaansluiting naar de lekdetector onderbroken. Een
verdere drukverhoging in de controleruimte (ÜR) activeert het alarm van de lekdetector.
De vacuümpomp (UPu) blijft in bedrijf totdat deze door oververhitting wordt uitgeschakeld
of door bevoegd personeel buiten werking wordt gesteld.
LET OP
►
In dat geval moet de lekdetector uit bedrijf worden genomen en weer in
bedrijf worden genomen nadat de oorzaak van het alarm is
weggenomen (zie hoofdstuk 8 Inbedrijfstelling).
LET OP
►
Het type vloeistof in het condensbak kan worden bepaald door de
condensbak te openen. In het geval van vloeistoffen met een vlampunt
≤ 60 °C moeten de nodige maatregelen ter bescherming tegen
explosies worden genomen alvorens met het onderzoek naar de
oorzaak van het alarm te beginnen.
►
De geldende industriële veiligheidsvoorschriften (BetrSichV) dienen te
worden nageleefd.
28-11-2022 dpae
Lekdetector V90H/N
) in de controleruimte (ÜR) is bereikt, schakelt de "Pomp uit"
ÜR
bereikt, schakelt de vacuümpomp (UPu) weer in en
PE
). Als de vacuümpomp (UPu) de drukverhoging niet meer
ÜR
wordt het optische en akoestische alarm uitgeschakeld.
AA
- 15 -
. Na het bereiken van de
PA
) in de controleruimte (ÜR) is bereikt.
ÜR
17000615 NL-17-00 GEBRUIKSAANWIJZING LAG V90H-N NL.docx
, treedt het
AE