peling met een
wielkoppelings-
mechanisme dat met
een hendel wordt
geactiveerd
(zie afbeelding 3),
waarmee het wiel
kan worden geplaatst
en verwijderd zonder
gereedschap, of een
versterkte as die door
de uiteinden van
het frame of de vork
wordt geschroefd. Meer informatie over
het bijstellen en vastzetten van de wielbe-
vestiging op de fiets
vind je in hoofdstuk
3.
Controleer of
de wielen goed
vastzitten. Til de fiets
op en geef een ferme
klap boven op de
band (zie afbeelding
4). Het wiel mag niet
losschieten, loszitten
of speling vertonen.
Meer controles vind
je in hoofdstuk 3.
WaarsChuWinG
Wanneer een bevestigingsmecha-
nisme voor een wiel niet goed is
afgesteld en gesloten, kan het wiel
loszitten en onverwacht losschi-
eten, waardoor je de controle over
de fiets verliest en ten val komt.
Zorg dat de wielen goed vastzitten
voordat je de fiets in gebruik
neemt.
Controleer de bandenspanning
Pomp de banden op tot aan de aanbev-
olen bandenspanning aan de zijkant van
de banden.
Controleer de remmen
Volg de inspectie-instructies voor het
type rem op je fiets::
Velgremmen- remmen met een
hefboomsysteem waarbij via een kabel
de remblokjes tegen de velg worden
gedrukt. Wanneer de rem niet wordt
gebruikt, moet de afstand van de
5 5
Hoofdstuk : Velg gebruk op verharde en onverharde ondergrond
Afbeeldng - Wel met
snelkoppelng
Afbeeldng - Bevestgng
controleren
WaarsChuWinG
Gebruik de fiets nooit als je
niet zeker weet of de remmen
goed functioneren of als je het
vermoeden hebt dat er problemen
met de remkabel of de hydrau-
lische slang zijn. niet goed
werkende remmen kunnen ervoor
zorgen dat je de controle over
de fiets verliest en ten val komt.
Onderwerp de remmen voor elke
rit aan een grondige inspectie. als
de remmen niet goed functioneren,
stel je deze af of breng je de fiets
ter reparatie naar de dealer.
remblokjes tot de velg ongeveer 1 tot 2
mm zijn.
Knijp de remhendels in de richting
van het stuur om te controleren of deze
vrijelijk kunnen worden bewogen en
of de fiets tot stoppen wordt gebracht.
Als een remhendel helemaal tot aan het
stuur kan worden ingeknepen, is deze
te ruim afgesteld. Als de remblokjes
zich te dicht op de velg bevinden, is de
rem te krap afgesteld. De remblokjes
moeten worden uigelijnd aan de hand
van de velg (Afbeelding 5).
B
A
Afbeeldng 5- Utljnen van de remblokjes
A- Remblokje n ljn met het velgoppervlak
B- Velg en blokje moeten parallel zjn
C- Draarchtng van de velg
D- 0.5-.0 mm toespoor
Schijfrem- remmen met een hefboom-
systeem waarbij via een kabel of
hydraulische leiding een schijf wordt
aangedrukt die aan de wielnaaf is
bevestigd.
Knijp de remhendels in de richting
van het stuur om te controleren of
deze vrijelijk kunnen worden bewogen
voor het afremmen van de fiets. Als een
C
D