de positie van het middelste
tandwiel verstellen (bij drie ketting-
bladen)
1. Zet de ketting op het grootste
tandwiel voor en het kleinste
tandwiel achter.
2. Draai de stelbuis voor de
kabelspanning (op de onderbuis
of de hendel) linksom en verhoog
de spanning van de kabel zodat de
binnenkant van de derailleurkooi
de ketting net raakt.
3. Probeer de verschillende tandwiel-
combinaties om te kijken of de
ketting goed wordt uitgelijnd met
de kettingbladen.
Opmerking: sommige voorversnellingssys-
temen kennen een 'tab' functie: als je de hendel
omlaag schuift, wordt de derailleur een stukje
verplaatst, zodat deze de ketting niet meer raakt.
achterderailleur
de positie van het kleine tandwiel
verstellen
1. Zet de ketting op het grootste
tandwiel voor en het kleinste
tandwiel achter.
2. Draai de schroef van de kabelklem
(afbeelding 22) los totdat de kabel
vrij komt.
3. Ga achter de fiets staan om te
controleren of het kleinste tandwiel
achter is
uitgelijnd met
de ketting en de
twee derailleur-
wielen.
4. Als ze niet zijn
uitgelijnd, moet
je de stelschroef
voor de hoge
versnelling
(markering
"H") verdraaien
totdat dit wel
het geval is.
A
B
C
D
Afbeeldng - Achterde-
ralleur
A- Stelschroeven
B- Stelbusje
C- Kabelklembout
D- Kabel
Hoofdstuk : Instellng
5. Trek de kabel aan en schakel naar
een hogere versnelling totdat de
versnelling op de positie van het
kleinste tandwiel staat.
6. Draai het stelbusje op de hendel of
de onderbuis helemaal rechtsom.
Draai het stelbuisje op de achter-
derailleur helemaal rechtsom, en
vervolgens een slag linksom.
7. steek de kabel in de groef van de
klembout op de achterderailleur,
trek de versnellingskabel strak en
draai de kabelklembout vast tot
5,0-6,8 N•m.
de positie van het grote tandwiel
verstellen
1. Draai de stelschroef van de lage
versnelling op de achterderailleur
(markering "L ") zo ver linksom dat
de beweging van de derailleur niet
wordt belemmerd.
2. Zet de ketting voorzichtig op
het kleinste tandwiel voor en het
grootste tandwiel achter,
Verschuif de achterderailleur niet te
ver, want anders kan de ketting
tussen het grote tandwiel en de
spaken vallen.
3. Plaats de wielen van de achter-
derailleur in lijn met het grootste
tandwiel.
4. Draai de stelschroef van de lage
versnelling rechtsom totdat je
weerstand volt.
Als je te ver draait, schuift de derailleur naar de
buitenkant van de fiets.
5. Ga over de verschillende versnel-
lingen. Controleer dat de ketting
niet afvalt tijdens het schakelen.