Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controleer Het Stuur En De Stuurpen; Controleer Het Zadel En De Zadelpen; Controleer De Kettingspanning - Trek T700 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

leT OP
schijfremmen en schijven worden
tijdens het gebruik erg heet en
kunnen brandwonden veroorzaken.
de randen van de schijven
kunnen scherp zijn en snijwonden
veroorzaken. raak de schijf of
schijfrem niet aan wanneer deze heet
zijn of draaien.
remhendel helemaal tot aan het stuur
kan worden ingeknepen, is deze te
ruim afgesteld. De remblokjes moeten
0.25-0.75 mm verwijderd zijn van de
schijf wanneer de remmen niet worden
gebruikt. Als de remblokjes dichterbij
zitten, is de rem te krap afgesteld of
niet goed uitgelijnd.
Interne naafrem- remmen met een
hefboomsysteem waarbij via een kabel
een mechanisme in de naaf wordt
geactiveerd.
leT OP
interne naafremmen worden tijdens
het gebruik erg heet en kunnen
brandwonden veroorzaken. raak
de naaf en de koelribben niet aan
wanneer deze heet zijn.
Als de remhendels meer dan 15 mm
moeten worden aangetrokken om
de fiets tot stilstand te brengen, zijn
de remmen te ruim afgesteld. Als de
remhendels minder dan 7 mm hoeven
worden aangetrokken, zijn de remmen
te krap afgesteld.
Terugtraprem-
emmen waarbij
de pedalen in
tegenovergestelde
richting moeten
worden bewogen.
Tijdens het
terugtrappen moet
de rem worden
geactiveerd in
minder dan 60
Hoofdstuk : Velg gebruk op verharde en onverharde ondergrond
Afbeeldng - Kettng-
spannng controleren
graden rotatie (1/6 omwenteling).
Zorg ervoor dat de ketting niet
kan ontsporen. Wanneer de ketting
ontspoort, kan er niet worden geremd.
De ketting moet ongeveer 6 tot 12 mm
verticale speling hebben (zie afbeelding
6).
Controleer het stuur en de
stuurpen
Zorg dat de
stuurpen parallel
loopt aan het
voorwiel. Controleer
de verbinding van
de stuurpen met de
vork door het stuur
naar links en rechts
te draaien terwijl je
het voorwiel tussen
je knieën geklemd
houdt (Afbeelding 7).
Test de bevestiging
van het stuur door te controleren of je
het stuur in voorbouw kunt draaien.
Er mag geen beweging in zitten. Zorg
ervoor dat er geen kabels worden
opgerekt of aangetrokken wanneer je
het stuur draait.
Controleer of de stuurdoppen goed
in de uiteinden van het stuur zijn
gestoken.
Controleer het zadel en de
zadelpen
Controleer of het zadel goed is
bevestigd door het zadel en de zadelpen
in het frame te draaien en om het zadel
aan de voorkomt omhoog en omlaag
te bewegen. Er mag geen beweging in
zitten.
Afbeeldng 7- Het testen
van het stuur en de
stuurpen
 

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave