kabels
Controleer de kabels op knikken,
roest, gebroken draden of rafelige
uiteinden. Controleer ook in de
behuizing op losse draden, gebogen
uiteinden, breuken en slijtage. Als je
een probleem vermoedt met een kabel,
moet je de fiets niet gebruiken. Volg de
instructies voor het vervangen van de
kabel (pagina 34) of breng de fiets ter
reparatie naar de dealer.
Versnellingshendels
De positie van de versnellingshen-
dels op het stuur kan worden versteld.
Instructies voor het verstellen van
de positie van de hendels vind je op
pagina 25-26.
Voorderailleur
de positie van het kleine ketting-
blad verstellen
1. Zet de ketting op het kleinste
tandwiel voor en het grootste
tandwiel achter.
2. Draai de schroef van de kabelklem
bij de voorderailleur (afbeelding 21)
los totdat de kabel vrij komt.
3. Draai de stelschroef voor de lage
versnelling (markering "L ") zodanig
dat de binnenkant van de ketting-
geleider ongeveer 0,5 mm van de
ketting is verwij-
derd.
A
B
C
Afbeeldng - Voorde-
ralleur
A- Kabel
B- Stelschroeven
C- Kabelklembout
Hoofdstuk : Instellng
4. Trek het uiteinde van de kabel aan
en zet de linkerversnellingshendel
enkele keren in de lagere versnel-
ling totdat deze in de stand van het
kleine kettingblad komt te staan.
5. Draai de het stelbusje van de
versnellingskabel op de versnel-
lingshendel of de onderbuis zo ver
mogelijk rechtsom.
6. Steek de kabel in de groef naast de
klembout voor de derailleurkabel,
trek de kabel strak en draai de bout
vast:
• Klembout kabel voorderailleur - 5,0-
6,8 N•m.
de positie van het grote kettingblad
verstellen
1. Schakel de achterderailleur naar
het kleinste tandwiel.
2. Draai de stelschroef voor de
hoge versnelling (markering "H")
linksom, zodat deze de beweging
van de derailleur niet kan
belemmeren.
3. Draai de pedalen met de hand
en gebruik de versnellingsh-
endel om de ketting voorzichtig
naar het buitenste kettingblad te
verplaatsen.
4. Stel de buitenste kettinggeleider
van de voorderailleur ongeveer 0,5
mm van de ketting.
5. Draai de stelschroef van de
hoge versnelling weer vast tot je
weerstand voelt.
Als je de schroef te ver draait, schuift de voorde-
railleur naar het kleine kettingblad.
6. Ga over de verschillende versnel-
lingen. Controleer dat de ketting
niet afvalt tijdens het schakelen
en de derailleurkooi niet aanloopt
tegen het crankstel.