Advertenties
3.5 RIJREM
Raadpleeg Figure 3-30., Rijrem.
Demontage
1.
Ondersteun de rem op Kant A en verwijder de zeskant
kopschroeven en sluitringen (13 & 14) gelijkmatig, zodat
de veerdruk binnen de rem geleidelijk en gelijkmatig
wordt verminderd.
Indien er persapparatuur beschikbaar is, kan de cilinder-
behuizing (8) beveiligd worden op Kant B, bij het verwij-
deren van de kopschroeven en sluitringen (13 & 14).
2.
Verwijder de cilinderbehuizing (8) en de zuiger (9) sub-
montage en demonteer indien nodig, door de O-ring
afdichtingen (15 & 17) en de flenzen (16 & 18) zo nodig
te verwijderen.
3.
Verwijder de pakking (7) uit de behuizing.
4.
Verwijder de wrijvingsplaten (3&6) en de drukplaat.
5.
Verwijder de paspennen (19).
6.
Verwijder de veren (22 & 23). Let op de kleur en de schik-
king van de veren zodat deze op dezelfde wijze gemon-
teerd kunnen worden.
7.
Indien dit nodig is om de kogellager (10) of de asafdich-
ting (12) te verwijderen, draai dan de rempositie om
zodat de rem ondersteund wordt op Kant C van de
behuizing (2).
8.
Verwijder de interne bevestigingsring (11).
9.
Haal met een persapparaat of een gelijkaardig toestel de
remas (1) uit de behuizing (2) en leg de remas opzij.
10.
Draai de behuizing (2) om en druk de kogellager (10)
naar buiten. Indien nodig kan de asafdichting (12) wor-
den verwijderd.
Inspectie
1.
Controleer de wrijvingsplaten (3 & 6) en het wrijvingsop-
pervlak op de drukplaat (4) op slijtage en schade.
2.
Controleer de wrijvingsplaten (3) en de remas (1) op slij-
tage en schade op de spiebanen.
3.
Controleer de input en output spiebanen van de remas
op slijtage of schade.
4.
Controleer de compressieringen (22 & 23) op schade of
moeheid.
5.
Controleer de kogellager (10) op eindspeling of slijtage.
6.
Controleer de O-ring afdichtingen (15 & 17) en de flen-
sen (16 & 18) op schade.
3124577
ONDERDEEL 3 - CHASSIS & DRAAISCHIJF
Montage
1.
Smeer de roterende asafdichting (12) lichtjes in en mon-
teer deze in de behuizing (2). Zorg ervoor dat u de
afdichtingslip niet beschadigt.
2.
Breng een ring Loctite 641 of equivalent kleefmiddel
aan op de buitendiameter van de lager (10) en monteer
het geheel in de behuizing (2). Zet met de bevestigings-
ring (11) de lager vast op zijn plaats. Verwijder overtollig
kleefmiddel met een schone vod. Druk de as (1) door de
lager (10) en zorg ervoor dat de binnenste ring van de
lager naar behoren ondersteund wordt.
3.
Monteer de veren op hun plaats, zoals werd genoteerd
tijdens de Demontage.
4.
Smeer de O-ringen (15 & 17) in met Molykote 55M of
equivalent siliconevet en monteer ze, samen met de
flenzen (16 & 18), op de zuiger (9). Om de correcte wer-
king van de remmen te verzekeren, is het belangrijk dat
de flenzen gemonteerd worden tegenover de kant van
de zuiger (9) die onder druk staat.
5.
Zorg dat de uitlijnpunten van de zuiger correct overeen-
komen met de twee gaten van de paspennen en instal-
leer in de cilinderbehuizing (8). Zorg dat u de
afdichtingen niet beschadigt. Leg deze onderdelen
voorzichtig opzij.
6.
Plaats de paspennen (19) in de behuizing (2), en vervol-
gens ook de drukplaat (4) en de wrijvingsplaten. Bijvoor-
beeld, binnenste plaat (3) en vervolgens een buitenste
plaat (6) in de juiste volgorde.
7.
Plaats de pakking (7) op de juiste plaats.
8.
Zorg dat de twee gaten in de cilinder uitlijnen met de
paspennen (19) en monteer de zuiger en de cilinder
submontage op de rest van de rem. Bevestig met kop-
schroeven en sluitringen (13 & 14). Haal aan tot 55 ft.lbs.
(75 Nm).
NOTE: De kopschroeven (13) aanbrengen wordt vereenvoudigd
door het gebruik van een geschikt persapparaat aan het
cilindereinde op Kant B.
– JLG Lift –
3-33
Advertenties
