ONDERDEEL 3 - CHASSIS & DRAAISCHIJF
10.
Controleer dat de tuimelplaat en de lagers goed op hun
plaats zitten. Installeer de cilinderkit (19) op de as. Instal-
leer met de draaisegmenten naar de tuimelplaat gericht.
Wiebel de as heen en weer om de spiebanen uit te lijnen
en de cilinderkit tot op zijn plaats te glijden. Plaats de
motor met de as naar beneden gericht en controleer dat
de cilinderkit, tuimelplaat, hoofdlagers en servozuiger
beveiligd en goed geplaatst zijn.
19
19. Cilinderkit
Figuur 3-23. Cilinderkit Installatie
11.
Smeer de servoveer (20) en plaats deze en de minimale
hoekstop (21) in de behuizingsboring.
20. Servoveer
21. Minimale Hoekstop
Figuur 3-24. Servoveer en Minimale Hoekstop
3-30
21
20
– JLG Lift –
12.
Druk de achterste aslager (22) in de eindkap. Installeer
de lager met de letters naar buiten gericht. Druk totdat
het oppervlak van de lager zich 0,08 ±0,01 in. (2 ±0,25
mm) boven het oppervlak van de eindkap bevindt.
2 mm
[0.08 in]
23
22
23
22. Achterste Aslager
23. Vergrendelingspen
24. Klepplaat
Figuur 3-25. Klepplaat en Achterste Lager
13.
Plaats de vergrendelingspen (23) in de boring in de
eindkap. Installeer de pen met de groef naar of weg van
de as gericht. Druk op de pen totdat deze 0,12 ±0,01 in.
(3 ±0,25 mm) boven het oppervlak van de eindkap uit-
steekt.
14.
Plaats de klepplaat (24) op de eindkap. Installeer de
klepplaat met het gele oppervlak naar het cilinderblok
gericht. Zorg dat de gleuf van de klepplaat en de ver-
grendelingspen uitlijnen. Breng een flinke hoeveelheid
montagevet aan op de eindkapzijde van de klepplaat
om deze op haar plaats te houden tijdens de installatie.
3 mm
22
23
[0.12 in]
24
3124577