cONTROLE- EN WAARScHUWINGSLAMPjES
De hierna beschreven weergave informatie HANGT AF VAN DE UITRUSTING VAN DE AUTO EN VAN HET LAND.
controlesysteem bandenspan-
ning
Raadpleeg de paragraaf "Systeem voor
het controleren van de bandenspanning" in
hoofdstuk 2.
Waarschuwingslampje parkeer-
hulp
Raadpleeg de paragraaf "Parkeerhulp" in
hoofdstuk 2.
Waarschuwingslampje nood-
stopbekrachtiging
Raadpleeg de paragraaf "Hulp- en correctie-
systemen tijdens het rijden" in hoofdstuk 2.
1.64
(5/6)
controlelampje EcO-modus.
Dit lampje gaat branden wanneer
de ECO -modus wordt geactiveerd.
Raadpleeg de paragraaf "Zuinig rijden" in
hoofdstuk 2.
controlelampje vrijloop in de
EcO-stand
Dit brandt in de ECO -stand als de vrijloop-
stand ECO" is ingeschakeld (ON) in de ge-
bruikersinstellingen.
Het controlelampje brandt zwak als de auto
niet in vrijloop is.
Dit lampje brandt helder als de auto in vrij-
loop is (automatisch neutraal).
Raadpleeg de paragraaf "Tips voor het
rijden, ECO-rijden" in hoofdstuk 2.
Waarschuwingslampje voor het
reagenspeil en storingen in het
EGR-systeem
Zie "Reagenstank" in hoofdstuk 1.
Systeemwaarschuwingslampje
roetfilter (benzine-uitvoering)
Zie "Bijzonderheden van de benzinemotor"
in hoofdstuk 2.