BINNENVERLIcHTING
1
Leesspots
Met de schakelaar 1, kunt u kiezen voor:
– een constant brandende verlichting;
– het onmiddellijk uitgaan.
Het ontgrendelen en het openen van de
portieren en de achterklep zorgen voor
het tijdelijk branden van de leeslampjes
en de lichten.
(1/2)
2
Binnenlicht
Met de schakelaar 3, kunt u kiezen voor:
– een constant brandende verlichting;
– een verlichting die gaat branden als één
van de portieren wordt geopend, Deze
dooft als de betreffende portieren goed
gesloten zijn en na enige tijd;
– het onmiddellijk uitgaan.
Leesspots
Druk op de schakelaars 2 en 4.
3
4
Opmerking: voor auto's met een naviga-
tiesysteem kunt u de binnenlichten die aan
gaan bij het openen van de deuren of de
achterklep, in- of uitschakelen via het mul-
timediascherm. Raadpleeg daartoe de para-
graaf "Menu voor het personaliseren van de
auto-instellingen" in hoofdstuk 1.
Verlichting dashboardkastje 5
Het lampje gaat branden wanneer de klep
wordt geopend.
5
3.27