12. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Wat te doen in de
volgende gevallen...
Neem in alle gevallen die niet in deze
tabel zijn opgenomen contact op met een
erkend servicecentrum.
De oven gaat niet aan of warmt
niet op
Probleem
U kunt de oven niet
inschakelen of be‐
dienen.
De oven wordt niet
warm.
De oven wordt niet
warm.
De oven wordt niet
warm.
Onderdelen
Probleem
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.)
Productnummer (PNC)
Serienummer (S.N.)
Controleer of de
volgende zaken
gelden...
De oven is juist op
een elektrische toe‐
voer aangesloten.
De automatische
uitschakeling is ge‐
deactiveerd.
De zekering is door‐
geslagen.
Het kinderslot staat
uit.
Controleer of de
volgende zaken
gelden...
Onderdelen
De lamp werkt niet.
Foutcodes
Op het display ver‐
schijnt...
12:00
Als het display een foutcode weergeeft
die niet in deze tabel staat, schakelt u de
zekering van het huis uit en weer in om de
oven opnieuw te starten. Als de foutcode
opnieuw optreedt, neemt u contact op met
een erkend servicecentrum.
12.2 Onderhoudsgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper ofeen erkende serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich aan de
voorkant van de binnenkant van de oven.
Verwijder het typeplaatje niet uit de
ovenruimte.
.........................................
.........................................
.........................................
NEDERLANDS
35
De lamp is opge‐
brand.
Controleer of de
volgende zaken
gelden...
Er is een stroomsto‐
ring geweest. Stel
de dagtijd in.