9.4 Automatische
uitschakeling
Om veiligheidsredenen schakelt de oven
na bepaalde tijd uit als er een
ovenfunctie in werking is en u geen
instellingen wijzigt.
30 - 115
120 - 195
200 - 230
10. AANWIJZINGEN EN TIPS
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
10.1 Kookadviezen
De temperatuur en kooktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn af‐
hankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediën‐
ten.
Uw oven kan anders bakken of roosteren dan de oven die u tot nu toe gebruikt heeft. De
onderstaande tabellen tonen aanbevolen instellingen voor temperatuur, kooktijd en rek‐
stand voor specifieke soorten voedsel.
Als u voor een speciaal recept de instelling niet kunt vinden, zoek dan naar een soortgelijk
recept.
10.2
Magnetronaanbevelingen
Laten we koken!
Plaats het voedsel op een plaat die zich onderin de magnetronruimte bevindt.
Draai het voedsel halverwege de ontdooi- en bereidingstijd om of roer het door.
Roer vloeibare gerechten zo nu en dan door.
Roer het voedsel voor het opdienen door.
Dek het voedsel voor bereiding en opwarming af.
Ga met de lepel eerst door de fles of het glas bij het verwarmen van dranken om een be‐
tere warmteverdeling te garanderen.
Plaats het voedsel in de oven zonder verpakkingsmateriaal. De verpakte kant-en-klaar-
maaltijden kunnen alleen in de oven worden geplaatst als de verpakking magnetronbe‐
stendig is (raadpleeg de informatie op de verpakking).
(°C)
12,5
8,5
5,5
Na een automatische uitschakeling draait
u de knop naar de uit-stand.
De automatische uitschakeling werkt niet
met de functies: Binnenverlichting, Duur,
Eindtijd.
9.5 Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
(u)
om de oppervlakken van de oven koel te
houden. Als u de oven uitschakelt, kan
de koelventilator blijven werken totdat de
oven is afgekoeld.
NEDERLANDS
17