magnetronvermogen en vervolgens de
standaardinstelling voor: Duur.
Om te beginnen met de
standaardinstellingen druk je op:
3. Draai de bedieningsknop om het
magnetronvermogen te wijzigen. Het
vermogen kan worden gewijzigd in
stappen van 100 W.
4. Druk op
en draai vervolgens de
bedieningsknop voor wijziging van:
Duur.
5. Druk op:
.
Het signaal klinkt en de oven stopt
wanneer de bereidingstijd is afgelopen.
6. Draai de knop voor de
verwarmingsfuncties naar de uit-
stand.
Als je de deur van de oven opent, stopt
de oven. Om het opnieuw te laten starten
sluit je de deur en druk je op:
De maximale tijd van de magnetron‐
functies is afhankelijk van het door jou
ingestelde magnetronvermogen:
MAGNETRONVER‐
MOGEN
100 - 600 W
Meer dan 600 W
6.3 Instellen:
Magnetroncombi
U kunt de magnetronfunctie combineren
met iedere willekeurige
verwarmingsfunctie.
De oven kan geluiden maken wanneer er
gebruik wordt gemaakt van de functie:
Magnetroncombi. Dit is normaal voor
deze functie.
Stap 1
Draai aan de knop voor de
verwarmingsfuncties om de
functie te selecteren.
Het display toont de stan‐
daardtemperatuur.
Stap 2
Draai de bedieningsknop om
de temperatuur te wijzigen.
.
.
MAXIMUMTIJD
90 minuten
7 minuten
Stap 3
Om de verwarmingsfunctie te
combineren met de magne‐
tronmodus drukt u op:
Stap 4
Draai de bedieningsknop om
de instellingen voor het mag‐
netronvermogen te wijzigen.
Het vermogen kan worden ge‐
wijzigd in stappen van 100 W.
Ongeveer 5 graden voordat
de ingestelde temperatuur is
bereikt klinkt er een geluidsig‐
naal. Als de ingestelde tijd
eindigt, klinkt het geluidssig‐
naal weer en stopt de oven.
Stap 5
Draai de knoppen naar de uit‐
stand.
Het magnetronvermogen is beperkt tot
600 W wanneer u gebruik maakt van de
functie: Magnetroncombi.
6.4 Indicatielampje bij
voorverwarmen
Wanneer de ovenfunctie actief is,
verschijnen de balkjes in het display
één voor één wanneer de temperatuur in
de oven stijgt en verdwijnen ze wanneer
de temperatuur daalt.
6.5 Verwarmingsfuncties
Verwarmings‐
Toepassing
functie
De oven is uitgeschakeld.
Uit-stand
Om de lamp in te schake‐
len.
Binnenverlich‐
ting
NEDERLANDS
11
.