Blokkeerfunctie
Met de blokkeerfunctie kunt u afzonderlijke programma's of functies blokkeren.
Door programmeringen te blokkeren wordt de bediening vereenvoudigd.
Voor het oproepen van de blokkeerfunctie drukt u gedurende ongeveer vier se-
conden gelijktijdig de pijlknoppen naar links en naar rechts in. De slede moet zich
in de stopmodus van het gewenste programma bevinden (geen menu actief).
Op het display verschijnt automatisch het blokkeermenu.
Er zijn vijf verschillende blokkeerniveaus beschikbaar:
Blokkeer-
Symbool
niveau
0
1
2
3
4
Als de blokkeerfunctie is geactiveerd, wordt dat tijdens de werking, samen met
het geselecteerde blokkeerniveau, in de kopregel weergegeven.
Beschrijving
De blokkeerfunctie is gedeactiveerd.
Alle functies zijn vrijelijk beschikbaar.
De blokkeerfunctie is actief op niveau 1.
Dit houdt in dat het geselecteerde programma
vast ingesteld is en dat er geen ander pro-
gramma geselecteerd kan worden. Binnen het
programma kunnen verder alle parameters
geselecteerd en gewijzigd worden.
De blokkeerfunctie is actief op niveau 2.
Dit komt overeen met de blokkeerfunctie op
niveau 1. Bovendien is het op dit niveau niet
mogelijk om binnen de programma's Coördi-
natie en Behandelplannen tussen de aparte
subprogramma's te wisselen, bv. tussen ACL
en Kraakbeen, of tussen Hoek vinden actief en
Hoek vinden passief. Binnen de programma's/
subprogramma's kunnen verder alle parame-
ters geselecteerd en gewijzigd worden.
De blokkeerfunctie is actief op niveau 3.
Dit komt overeen met de blokkeerfunctie op
niveau 2.
Daarnaast blokkeert de functie alle program-
meringen en staat alleen nog een wijziging van
de bewegingsuitslag toe.
De blokkeerfunctie is actief op niveau 4.
Het oproepen van het menu voor het wijzigen
van de behandelparameters is niet meer
mogelijk. Alle knoppen, behalve de knoppen
START en STOP, zijn geblokkeerd. Er kunnen
geen veranderingen aangebracht worden aan
de behandelparameters. Alle knoppen zijn
tijdens de passieve werking wel beschikbaar als
noodstopknop.
46