5. Instellen van de behandelwaarden
m Waarschuwing!
Gevaar voor de patiënt — Voor begonnen
wordt met een behandeling dient u het
apparaat te laten proefdraaien waarbij u het
apparaat meerdere bewegingscycli zonder
patiënt laat doorlopen. Laat het apparaat
daarna proefdraaien met de patiënt en let er
op dat de bewegingen pijnvrij plaatsvinden.
Opmerking: Zie ook de paragrafen 2.2 en 2.3!
5.1 Algemene aanwijzingen voor
het programmeren van de
ACTIVE-K
Eerste instelling met chipkaart 'Special'
(rood)
Zet de bewegingsslede met de aan/uit-schake-
laar (20) aan.
Op het display verschijnt het hoofdmenu voor
het selecteren van het desbetreffende program-
ma (Passief, Actief, Coördinatie), de behandel-
plannen, de documentatiefunctie, de functie
Nieuwe patiënt of de functie Instellingen.
De momenteel actieve instelling is met een
groene punt in het vakje onder het symbool
gemarkeerd.
In de kopregel zie u het symbool
hoofdmenu. Daarnaast wordt de momenteel
gemarkeerde selectie aangegeven (hier Passief
[CPM]).
De scrollijst aan de rechterkant van de pagina
op het displays geeft weer of er verder nog
functies beschikbaar zijn. U kunt uw keuze
selecteren door de focus (blauw gearceerd veld)
te verschuiven door de onderste of bovenste
symboollijst.
De focus markeert het programma Passief.
De focus voor het selecteren van een veld
verschuift u met behulp van de pijltoetsen.
Selecteer het gewenste veld en activeer het bij-
behorende instellingsmenu met de knop MENU.
Op het display verschijnen de behandelparame-
ters die ingesteld kunnen worden of de beschik-
bare subfuncties en hun huidige instelling onder
het betreffende symbool.
De behandelparameters of functies selecteert u
met behulp van de knop OK als het betreffende
veld met behulp van de focus gemarkeerd is.
Zodra u een parameter met een druk op de
knop OK geselecteerd hebt,
− verschijnt het betreffende symbool groot in
het scherm
− verschijnt de momenteel ingestelde waarde
Met de pijlknoppen naar boven en omlaag
verandert u de waarde (als u de knop ingedrukt
houdt, loopt de waarde snel door).
Sommige functies resp. speciale functies kunnen
alleen geactiveerd of gedeactiveerd worden. Dit
doet u met de pijlknop naar boven en omlaag.
Als de parameter is geactiveerd, dan wordt het
vakje naast het symbool groen en verschijnt er
een vinkje.
U bevestigt de instelling met de knop OK.
Daarna gaat de weergave op het display weer
terug naar het eerder gekozen menu en kunt u
andere instellingen selecteren.
Druk hierna op de knop START: ACTIVE-K con-
troleert automatisch de ingestelde waarden en
de behandeling begint.
voor het
21