Algemene informatie
PARKEREN: Draai de sleutel vanuit de
stand VERGRENDELD in de stand P. Het
stuurslot blijft ingeschakeld.
Let op
Laat
het
stuurslot
langere tijd in de stand P ingeschakeld,
aangezien dit leidt tot ontladen van de
accu.
Contactsleutel
Waarschuwing
Extra
sleutels,
tingen of voorwerpen die aan de
contactsleutel zijn bevestigd, kunnen
het sturen belemmeren en verlies van
controle over de motorfiets en een
ongeval veroorzaken.
Verwijder alle extra sleutels, sleutel-
ringen/-kettingen en voorwerpen van
de contactsleutel voordat u met de
motorfiets gaat rijden.
Voorzichtig
Extra
sleutels,
tingen en voorwerpen die aan de
contactsleutel zijn bevestigd, kunnen
de gelakte of gepolijste onderdelen
van de motorfiets beschadigen.
Verwijder alle extra sleutels, sleutel-
ringen/-kettingen en voorwerpen van
de contactsleutel voordat u met de
motorfiets gaat rijden.
24
niet
gedurende
sleutelringen/-ket-
sleutelringen/-ket-
Voorzichtig
Bewaar de reservesleutel niet bij de
motorfiets, omdat hierdoor alle veilig-
heidsaspecten in gevaar komen.
1.
Sleutelnummerlabel
Behalve voor de contactschakelaar en
het stuurslot, wordt de contactsleutel
ook gebruikt voor het zadelslot en de
tankdop.
Bij aflevering vanuit de fabriek worden
twee contactsleutels meegeleverd en
een label waarop het sleutelnummer is
vermeld. Noteer het sleutelnummer en
bewaar de reservesleutel en het sleu-
tellabel op een veilige plaats, niet in de
buurt van de motorfiets.
In de contactsleutel is een transponder
aangebracht om de startonderbreker
uit te schakelen. Om er zeker van te
zijn dat de startonderbreker correct
functioneert, altijd maar een van de
twee contactsleutels in de buurt van
de contactschakelaar houden. Wanneer
twee contactsleutels in de buurt van de
1