Bijlagen
8.1 Bijlage 1, Inbedrijfstellingsrapport Brink koelsysteem
INBEDRIJFSTELLINGSRAPPORT BRINK KOELSYSTEMEN
A) Zuigdruk
B) Zuigtemperatuur
C) Zuiggastemperatuur
D) Oververhitting
E) Persdruk
F) Condensatietemperatuur
G) Vloeistoftemperatuur
H) Onderkoeling
I)
Persgastemperatuur
J) Amperage compressor
K) Voltage
L) Verdamper luchtintrede
M) Verdamper luchtuittrede
N) Condensorluchtintrede
O) Condensorluchtuittrede
Gemiddelde meetwaarden:
-
Zuigdruk 7 - 8,5 bar
-
Persdruk 18 - 35 bar
-
Oververhitting 1 - 3 K
-
Onderkoeling ±7 K
Zuigdruk
Zuigtemperatuur
Zuiggastemperatuur
Persdruk
Persgastemperatuur
Condensatietemperatuur Temperatuur behorende bij bovengenoemde persdruk.
Amperage compressor
Kenmerken ondervuld systeem zijn:
1 - lage zuigdruk
2 - hoge zuiggastemperatuur
3 - GROTE oververhitting
4 - KLEINE onderkoeling
5 - hoge persgastemperatuur
6 - hoge verdamper uittredetemperatuur
7 - invriesverschijnselen
Kenmerken overvuld systeem zijn:
1 - normale zuigdruk
2 - normale zuiggastemperatuur
3 - KLEINE oververhitting
4 - GROTE onderkoeling
5 - vrij lage persgastemperatuur
6 - normale verdamper uittredetemperatuur
7 - opstartproblemen bij hoge buitentemperaturen
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
Zuigdruk gemeten met manometer op de zuigleiding zo dicht mogelijk bij de compressor.
Temperatuur behorende bij bovengenoemde zuigdruk.
Temperatuur gemeten met thermometer op de zuigleiding zo dicht mogelijk bij de compressor.
Persdruk gemeten met manometer op de persleiding.
Temperatuur gemeten met thermometer op persleiding.
Het compressor Amperage wordt gemeten met een Ampèremeter of Ampèretang op de voedingskabel
van de van de compressor.
Allure & Elan 25 met koeling Uitgave D juni 2013
Hoofdstuk 8
bar
ºC (staat vermeld op manometer)
ºC
ºC (C-B)
bar
ºC (staat vermeld op manometer)
ºC
ºC (F-G)
ºC (niet altijd noodzakelijk)
A
V
ºC
ºC
ºC
ºC
25