Hoofdstuk 4
4.5 Controle vullingsgraad
Wanneer de installatie minimaal een 1/2 uur in bedrijf is, dient
men de hoeveelheid koelmiddel te controleren; bij deze controle
moet men de volgende waarden meten:
-
Hoge druk (condensatietemperatuur)
-
Lage druk (verdampingstemperatuur)
-
Vloeistoftemperatuur
-
Zuiggastemperatuur
-
Persgastemperatuur (niet altijd)
-
Ampérage compressor
-
Met behulp van de temperaturen van hoge druk en vloei-
stoftemperatuur kan men de onderkoeling bepalen.
-
Met behulp van de temperaturen van punt lage druk en
4.6 Bijvullen koelmiddel
Alle condensingunits zijn voorgevuld voor 15 m koelleiding
Voor het bijvullen van het koelmiddel moet men de volgende
handelingen verrichten:
1. Stel de installatie in bedrijf.
2. Sluit de slang van het meterblok (zuigdrukzijde) aan op het
Schräderventiel van de zuigafsluiter.
Type
15m
4.7 Foutmelding condensingunit
Alle in de installatievoorschrift beschreven condensingunits zijn
voorzien van een foutmelding door middel van een knipperend
LED op de printplaat in de condensingunit.
Afhankelijk van de frequentie waarmee dit LED knippert wordt
een foutmelding aangegeven.
4.8 Foutmelding interface
Het display van de interface koeling geeft de status van de
koelinstallatie weer (zie onderstaande tabel)
Melding op display
System Ok
Input control error
Indoor sensor error
14
20m
-
100 gram
300 gram
-
-
400 gram
-
-
500 gram
Betekenis
Toestel werkt goed
Ingang controle error
Sensor defect/ kabel onderbroken
Allure & Elan 25 met koeling Uitgave D juni 2013
In werking stellen en inregelen
zuiggastemperatuur kan men de oververhitting bepalen.
De combinatie van punt hoge druk, lage druk, onderkoe-
ling en oververhitting bepaalt of een installatie goed is af-
gevuld of voorzien is van te veel of te weinig koelmiddel.
Ook kan het gebeuren dat het systeem wel goed is afgevuld,
maar toch afwijkende waarden worden gemeten; dit kan veroor-
zaakt worden door:
-
Ruimtetemperatuur binnenunit te laag.
-
Knik in koelmiddelleidingen.
-
Batterij buitenunit is vervuild.
-
Luchthoeveelheid Allure-toestel niet juist ingesteld voor koe-
ling (zie § 1.7).
vulslang.
de zuigzijde van het meetblok open, laat de juiste hoeveel-
heid koelmiddel instromen. Dit is te controleren door de
Zie verder § 4.5 Controle vullingsgraad.
30m
40m
-
800 gram
1000 gram
Voor verklaring van deze foutmelding zie de bij de conden-
singunit meegeleverde installatie instructie.
Is deze LED niet aan, dan functioneert de condendingunit naar
behoren en is er geen foutmelding aanwezig.
(Voor afbeelding en positie van de display op interface koeling
zie § 6.1)
Reset van de print in condensingunit/ print con-
densingunit vervangen
Controle sensor & kabel/ sensor vervangen
50m
Bijvulling gram per meter
-
20 gr/m
1200 gram
40 gr/m
1500 gram
50 gr/m
Actie
Geen