Hoofdstuk 6
6.1 Elektrische aansluitingen
De elektrische aansluitingen dienen door een erkend installa-
teur te geschieden overeenkomstig de eisen van het plaatselijk
energiebedrijf. De werkzaamheden omvatten:
Voeding 230V. aansluiten op condensingunit
Het aanleggen van een elektrische voedingskabel 230V
50 Hz met aardleiding naar de condensingunit.
Bij het aansluiten moet de aardedraad altijd langer (ca. 10
mm langer) zijn dan de overige aansluitdraden.
Let op!
De fase van de voeding moet altijd goed worden aan-
gesloten op de fase aansluiting (L) in de condensing-
unit; wordt de fase verkeerd aangesloten dan zal de
compressor de verkeerde kant opdraaien en niet goed
functioneren!
Plaats een werkschakelaar in deze voeding. Controleer of
de elektrische groep waarop de condensingunit wordt aan-
gesloten, voldoende capaciteit heeft om het gezamenlijk
elektrisch vermogen van de unit en andere eventueel op
de groep aangesloten apparatuur te kunnen leveren.
Raadpleeg hierbij ook altijd de bij de condensingunit mee-
geleverde montagehandleiding.
Draaddiameter voedingskabel condensingunit
Voeding 230V. aansluiten op luchtverwarmer
Het aanleggen van een 230V~50Hz voeding naar Allure
resp. Elan toestel. Zie voor aansluiten hiervan het bij dit
toestel behorende installatievoorschrift.
Interface condensingunit verbinden met lucht-
verwarmer
-
Een 2-aderige stuurstroomkabel (laagspanning) met
koperdoorsnede van minimaal 0,34 mm
terface condensingunit (connector "CN2") naar bestu-
ringsunit in de luchtverwarmer.
2-polige connector X5-1 & X5-2, zie schema § 6.5
nr.1 en nr.2 van de 20-polige connector, zie § 6.7
-
Een kabel (laagspanning) met koperdoorsnede van
minimaal 0,34 mm
(rechter aansluiting connector "CN4" - polariteit!) naar
4-polige schroefconnector aansluiting X21-1 in de be-
sturingsunit in de luchtverwarmer (ontdooisignaal) § 6.3.
-
Een 2-aderige stuurstroomkabel (laagspanning) met
koperdoorsnede van minimaal 0,34 mm
terface condensingunit (connector "CN6"; aansluiten
16
Minimum draaddiameter
2
2,5 mm
2
4,0 mm
4,0 mm
2
2
van de in-
2
van de interface condensingunit
2
van de in-
Allure & Elan 25 met koeling Uitgave D juni 2013
Elektronische aansluitingen
naar 4-polige schroefconnector aansluiting X21-3 en
X21-4 in de besturingsunit in de luchtverwarmer § 6.3
(Draden niet omwisselen i.v.m. polariteit).
Let op:
De in het koelblok gemonteerde ontdooithermostaat
wordt in combinatie met de condensingunits type
AOxx niet gebruikt en hoeft niet te worden aangeslo-
ten!
Interface condensingunit verbinden met condensing-
unit
Het aanleggen van een 4-aderige 230V verbindingskabel
vanaf de condensingunit (aansluiting nr. 1,2 & 3 + aarde)
naar de interface condensingunit (aansluiting nr. L, N &, S &
aarde) Zie hiervoor aansluitschema § 6.5 resp. § 6.9.
Draaddiameter verbindingskabel condensingunit
Minimum
draaddiameter
1,5 mm
Ruimtethermostaat aansluiten op luchtverwarmer
Een 2-aderige stuurstroomkabel (koperdoorsnede min.
0,5 mm
2
) van de Allure resp. Elan luchtverwarmer naar de
ruimtethermostaat
connector X2-1 & X2-2 naar de eBus ruimtethermos-
taat, zie bedradingsschema § 6.4 en onderstaande
tabel.
Aansluiting
eBus-thermostaat
1
2
Plaatsing koelrelais (alleen bij Elan-luchtverwarmer)
Alleen de besturingsunit van de Elan is voorzien van een
insteekvoet t.b.v. koelrelais (zie ook schema § 6.7). Bij
toepassing van koeling moet hierin een relais met 12VDC
spoel worden geplaatst. Dit relais moet door de installateur
apart worden besteld (artikelcode 540366).
Plaatsing buitentemperatuursensor (alleen bij Allure-
luchtverwarmer)
Om met condensingunit ook te kunnen verwarmen (alleen
bij Allure) moet een buitentemperatuursensor (meegele-
verd bij Allure koelblok) worden aangesloten op de Allure
draaddiameter
2
2
2,5 mm
Aansluiting
besturingsunit Allure
X2-2 (eBus +)
X2-1 (eBus GND)