Onderhoud
5.1 Onderhoud door installateur
Aan de koelinstallatie moet jaarlijks onderhoud worden ver-
richt.
Bij een onderhoudsbeurt dienen de volgende werkzaamheden
te worden gedaan;
-
Maak de binnenzijde van de condensingunit schoon (bla-
deren, etc. verwijderen).
-
Controleer de condenswater afvoeropeningen op verstop-
pingen (bij condensingunit en koelblok).
-
Controleer de motorbevestigingspunten compressor.
-
Doe een algehele controle op loszittende onderdelen/
plaatschroeven.
5.2 Controle verwarmingsfunctie condensingunit (alleen bij Allure)
Door op de ruimtethermostaat een warmtevraag te geven door
de gewenste temperatuur 0,5°C hoger in te stellen dan de ge-
meten ruimtetemperatuur, zal de Allure automaat gaan verwar-
men met de condensingunit.
Dit is te zien door een knipperend vlamsymbool op het display
van de Allure of op het display van de interface van de inverter
buitenunit met de tekst 'DRV HEAT: 10'.
Allure & Elan 25 met koeling Uitgave D juni 2013
-
Controleer de koeltechnische verbindingen op lekkage.
-
Controleer het ampérage van de condensingunit.
-
Controleer de werking van het koelsysteem d.m.v. inscha-
kelen van de koeling op ruimtethermostaat.
-
Controleer de ventilatorregeling bij verwarmen/koelen.
-
Controleer aan de hand van het "Inbedrijfstellingsrapport"
(zie bijlage 1).
Hoofdstuk 5
15