Inbedrijfstelling
5
SNELBEDIENING
WARM WATER
ZONNEMODULE
Tab. 7
Navigatie menu Beknopte bediening
1.
Niet mogelijk c.q. niet beschikbaar bij ketels met UBA1.x en DBA.
Controleer aan de hand van de checklist op pagina 18, of nog andere instel-
lingen nodig zijn.
5.4
Uitgebreide inbedrijfstelling
Controleer of de fabrieksinstellingen in het Servicemenu \ instellingen bij de cv-
installatie passen.
Gewijzigde instellingen evt. noteren.
5.5
Installatieoverdracht
Zorg ervoor, dat de beide draaiknoppen op de bedieningseenheid BC10
ingesteld, zodat het warme water en de aanvoertemperatuur met de bedieningseenheid
RC35 geregeld worden.
Geef de klant de nodige uitleg over de werking en bediening van het toestel.
Informeer de klant over de gekozen instellingen (instelrapport aan het einde van de
bedieningshandleiding).
1. Bij ketels met UBA1.x und DBA ontbreekt een BC10. Zie voor de functie de technische documen-
tatie van de ketel.
20
Menupunt
Hebt u tapwater gep-
laatst?
Hoe moet de tapwa-
teropwarming
gebeuren?
Op welke temperat-
uur moet uw tapwa-
ter verwarmd
worden?
Hebt u een zonne-
module geplaatst?
Bedieningsunit RC35 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.
Invoerbereik
fabrieksinstelling
vet
Ja, nee
3-weg omschakel-
ventiel
WW-laadpomp
60 °C
30 tot 80 °C
Ja, nee
Overige info
Staat bij ketels met DBA
altijd op 3-weg omschakel-
ventiel.
Om de temperatuur van
het warme water te kunnen
wijzigen, warm water op de
bedieningseenheid van de
ketel op Aut zetten.
1
1
op "Aut" zijn