Installatie
3
3.1.2
Montage op de ketel
Bij ketels die met het Energie-Management-System EMS zijn uitgerust, is bovendien een
directe montage op de ketel mogelijk.
De buitentemperatuurvoeler voor een weersgestuurde regeling wordt niet standaard bij-
geleverd, maar kan als toebehoren worden besteld.
3.2
Soorten installatie
De bedieningseenheid kan op drie verschillende manieren geïnstalleerd worden:
– Als zelfstandige bedieningseenheid in het systeem (fabrieksinstelling): de bediening-
seenheid wordt in een woonruimte (referentiekamer) of op de ketel gemonteerd.
Bijvoorbeeld: eengezinswoning met één cv-groep.
– Als zelfstandige bedieningseenheid in een cv-installatie met twee of meer CV-groepen
(afbeelding 2, 1).
Bijvoorbeeld: vloerverwarming op de ene etage, radiatoren op de andere of een woning
in combinatie met een aparte wooneenheid of een praktijkruimte.
– In combinatie met een afstandsbediening (bijv. RC20/RC20RF, afbeelding 2, 2). In dit
geval gaat het altijd om twee gescheiden CV-groepen. Afstandsbedieningen kunnen
niet bij ketels met UBA1.x worden gebruikt.
Bijvoorbeeld: vloerverwarming op de ene etage, radiatoren op de andere of in een
woning in combinatie met een aparte wooneenheid of een praktijkruimte.
Afbeelding 2
Mogelijkheden voor een cv-installatie met twee CV-groepen
Beide CV-groepen worden door dezelfde bedieningseenheid geregeld.
1
Elke CV-groep is met een eigen bedieningseenheid/afstandsbediening uitgerust.
2
1. Niet mogelijk bij ketels met UBA1.x en DBA.
10
Bedieningsunit RC35 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.
1