Hoofdstuk 3
1 Invoerlade
2 Papierbreedtegeleider
3 Uitvoerlade
2. Plaats maximaal 20 vellen papier met de afdrukzijde of de glanzende zijde naar de
voorkant van de printer gericht. Als u papier met een afscheurstrook gebruikt, plaatst
u dit zo dat de strook als laatste wordt ingevoerd. Schuif het papier naar de linkerkant
van de invoerlade en druk stevig op het papier tot het niet verder kan.
3. Zorg ervoor dat de papierbreedtegeleider goed tegen de rand van het papier aan zit,
zonder dat het papier daarbij opbolt.
De papiersoort wijzigen
Tip Als u op een andere papiersoort afdrukt dan het aanbevolen HP Advanced
Photo Paper, moet u de instelling voor de papiersoort ook wijzigen voor het beste
resultaat.
1. Raak het pictogram Instellingen aan om het instellingenmenu weer te geven. Zie
"Menu Setup" op pagina 15
2. Raak Voorkeuren aan, en gebruik de pijltjestoetsen om naar Papiersoort te
navigeren en dit aan te raken.
3. Selecteer een van de volgende papiersoorten:
•
HP Advanced fotopapier (standaardinstelling)
•
HP Premium fotopapier
•
Ander, normaal
•
Ander, foto
Als u afdrukt vanaf een computer, wijzig dan de papiersoort en andere printerinstellingen
in het afdrukdialoogvenster. Zie
afdrukinstellingen wijzigen voor de afdruktaak" op pagina 50
U kunt uit een groter aantal papiersoorten kiezen als u afdrukt vanaf een computer dan
wanneer u afdrukt zonder computer. Als u zonder computer afdrukt, neemt de printer
20
Elementaire informatie over papier
voor meer informatie.
"Afdrukken vanaf een computer" op pagina 47
en
"De
voor meer informatie.