Werking van de scanner
kunt u gerelateerde parameters bij elkaar plaatsen, waardoor het gemakkelijker wordt de waarden
ervan te controleren en inconsistenties op te merken.
Vergrendelde parameters worden weergegeven als de bovenste frames van het hoofdgedeelte
van het scherm en ook op hun gebruikelijke positie in de gegevenslijst
modus PID List (PID-lijst) wordt aan de linkerzijde van de parameternaam een vergrendelingspictogram
weergegeven om aan te geven dat de parameter is vergrendeld.
z
Parameters vergrendelen:
1. Markeer de parameter die u wilt vergrendelen:
2. Tik op de knop Vergrendelen/Ontgrendelen op de werkbalk om de parameter te
ontgrendelen.
Er wordt nu een kopie van de vergrendelde parameter boven aan de gegevenslijst
weergegeven en er wordt in de modus PID List (PID-lijst) een vergrendelingspictogram
weergegeven naast de parameternaam.
3. Markeer en selecteer meer parameters die u wilt vergrendelen.
Er kunnen maximaal drie parameters tegelijkertijd zijn vergrendeld. Als een parameter is
vergrendeld, blijft deze vergrendeld totdat de parameter handmatig wordt ontgrendeld of
totdat de communicatie met het voertuig stopt.
NOOT:
i
Als er drie parameters zijn vergrendeld, moet een ervan worden ontgrendeld voordat er een
nieuwe kan worden vergrendeld.
z
Parameters ontgrendelen:
1. Schuif door de gegevenslijst en markeer de parameters die moeten worden ontgrendeld
of vrijgegeven.
2. Tik op de knop Vergrendelen/Ontgrendelen op de werkbalk.
Afbeelding 5-10 Voorbeeld van vergrendelde parameters
28
Acties
(Afbeelding
5-10). In de