Hoofdstuk 3 Bediening
(2) Voorbeeld van bediening in de modus volledige weergave ("b037" = "00")
Alle parameters kunnen worden weergegeven in de modus volledige weergave. De weergavevolgorde
van de parameters komt overeen met hun volgorde zoals weergegeven in hoofdstuk 8, "Lijst van
gegevensinstellingen".
Toetsbediening en afwisseling
van codes op het scherm (in
bewakings- of functiemodus)
Indrukken van de toets
verhoogt of verlaagt in de gegevensweergavemodus de numerieke waarde die wordt weergegeven.
Druk op de toets
1
ingedrukt om snel door de codes te bladeren of numerieke gegevens snel te verhogen/verlagen.
Bewakings-
modus
FUNC
Functie-
modus
FUNC
FUNC
FUNC
FUNC
FUNC
FUNC
FUNC
Toetsbediening en afwisseling
van bewaakte gegevens op
het scherm (in bewakings- of
functiemodus)
resp.
bladert in de codeweergavemodus een code omhoog of omlaag en
1
2
of
totdat de gewenste code of numerieke waarde wordt getoond. Houd de toets
2
(Bewakings-
display)
(*1)
of
FUNC
STR
(Weergave gegevens)
(*1) (*2)
of
FUNC
STR
Voor het scherm en
toetsbediening in de
uitgebreide functiemodus U,
of
FUNC
STR
zie de volgende pagina.
Toetsbediening en afwisseling
van codes op het scherm (in
uitgebreide functiemodus)
*1 De inhoud van het scherm varieert afhankelijk van het
type parameter.
*2 Om numerieke waarden bij te werken, moet u op de
toets
drukken na het wijzigen van de waarde.
STR
of
FUNC
STR
of
FUNC
STR
of
FUNC
STR
of
FUNC
STR
of
FUNC
STR
3 - 8
Toetsbediening en afwisseling
van bewaakte waarden op het
scherm (in uitgebreide
functiemodus)
(*1) (*2)
(Weergave gegevens)
Uitgebreide
functie-
modus A
FUNC
of
FUNC
STR
Uitgebreide
functie-
modus B
Uitgebreide
functie-
modus C
Uitgebreide
functie-
modus H
Uitgebreide
functie-
modus P