Toetsbediening en afwisseling van
de codes op het scherm
Indrukken van de toets
verhoogt of verlaagt in de gegevensweergavemodus de numerieke waarde die wordt weergegeven.
Druk op de toets
of
1
ingedrukt om sneller door de codes te bladeren of de numerieke waarden sneller te verhogen/verlagen.
Toetsbediening en afwisseling van de bewaakte gegevens op het scherm
resp.
bladert in de codeweergavemodus een code omhoog of omlaag en
1
2
totdat de gewenste code of numerieke waarde wordt getoond. Houd de toets
2
Bewakingsmodus
Door op de toets
weergegeven, worden de bijbehorende bewaakte waarden weergegeven.
FUNC
of
FUNC
STR
Door op de toets
wordt teruggekeerd naar de weergave van de bijbehorende functiecode.
* In de fabrieksinstelling toont het bewakingsdisplay na het inschakelen
eerst
Indrukken van de toets
Functie- of uitgebreide functiemodus
Door op de toets
weergegeven, worden de bijbehorende waarden weergegeven.
(Gegevensweergave)
Tot de
bovengrens
FUNC
FUNC
of
STR
Omlaag naar de
minimumgrens
te drukken terwijl er een functiecode wordt
FUNC
(Bewakingsdisplay) (*1)
of
te drukken terwijl bewaakte waarden worden weergegeven,
FUNC
STR
.
FUNC
in deze status wijzigt de weergave naar
te drukken terwijl er een functiecode wordt
FUNC
(*1) (*2)
Gegevensinstelling
Indrukken van de toets
verlaagt de weergegeven numerieke waarden.
(Druk op de toets totdat de gewenste waarde wordt weergegeven.)
Indrukken van de toets
waarde wordt weergegeven, slaat de waarde op en
keert dan terug naar de weergave van de bijbehorende
functiecode.
Let op: als u de toets
numerieke waarde wordt weergegeven, keert u terug
naar de weergave van de bijbehorende functiecode
zonder dat de gegevens worden bijgewerkt, ook al
waren deze op het display gewijzigd.
*1 De inhoud van het scherm varieert afhankelijk van het
type parameter.
*2 Om numerieke waarden bij te werken, moet u op de
toets
drukken na het wijzigen van de waarde.
STR
3 - 7
Hoofdstuk 3 Bediening
1
of
2
verhoogt of
STR
als er een numerieke
indrukt terwijl er een
FUNC