(3) Te gebruiken randapparatuur
Voeding
Magneet-
schakelaar
Motor
Zie punt (4), "Aanbevolen kabeldiameters, bedradingsaccessoires en krimpklemmen."
Opmerking 1:
De hier beschreven randapparatuur is van toepassing wanneer de frequentieregelaar
met een standaard Hitachi 4-polige 3-fasen-kortsluitankermotor verbonden is.
Opmerking 2:
Selecteer stroomonderbrekers met het juiste vermogen.
(Gebruik stroomonderbrekers die compatibel zijn met frequentieregelaars.)
Opmerking 3:
Gebruik aardlekautomaten (ELB) om de veiligheid te garanderen.
Opmerking 4:
Gebruik koperen elektriciteitsdraad (HIV-kabel) met een maximaal toegestane
temperatuur van de isolatie van 75 °C.
Opmerking 5:
Als de voedingskabel langer is dan 20 m, moet voor de voeding een kabel worden
gebruikt die dikker is dan de gespecificeerde toepasselijke kabel.
Gebruik een kabel met een dwarsdoorsnede van 0,75 mm
Opmerking 6:
voor het alarm aan te sluiten.
Opmerking 7:
Draai elke klemschroef vast met het voorgeschreven aanhaalkoppel.
Losse klemschroeven kunnen kortsluiting en brand veroorzaken.
Het aandraaien van een klemschroef met een te hoog koppel kan schade veroorzaken
aan het klemmenblok of de frequentieregelaar.
Opmerking 8:
Selecteer een aardlekautomaat (ELB) waarvan de nominale stroomgevoeligheid
afgestemd is op de totale lengte van de kabels die zijn aangesloten tussen de
frequentieregelaar en de voeding en tussen de frequentieregelaar en de motor.
Gebruik alleen aardlekautomaten die geschikt zijn voor frequentieregelaars, omdat
soorten die hier niet geschikt voor zijn mogelijk niet goed kunnen functioneren.
Opmerking 9:
Als een CV-kabel wordt gebruikt voor bedrading door een metalen buis, bedraagt de
gemiddelde lekstroom 30 mA/km.
Opmerking 10:
Wanneer een IV-kabel met een hoge relatieve diëlektrische constante wordt gebruikt,
is de lekstroom ongeveer acht keer zo hoog als bij de standaardkabel. Daarom moet bij
een IV-kabel een aardlekautomaat worden gebruikt waarvan de nominale
stroomgevoeligheid acht keer zo hoog is als de in onderstaande tabel gegeven
waarde. Als de totale kabellengte meer bedraagt dan 100 m, gebruik dan een
CV-kabel.
Totale kabellengte
100 m of minder
300 m of minder
Naam
Spoel aan ingangszijde (voor
onderdrukking harmonischen,
voedingsregeling en verbetering
vermogensfactor)
(ALI-XXX)
Ruisfilter voor frequentieregelaar
(NF-XXX)
Radioruisfilter
(nulfasespoel) (ZCL-X)
Radioruisfilter aan ingangszijde
(Condensatorfilter) (CFI-X)
Gelijkstroomspoel (DCL-X-XX)
Remweerstand
Dynamische remeenheid
Ruisfilter aan uitgangszijde
(ACF-CX)
Radioruisfilter
(nulfasespoel)
(ZCL-XXX)
Wisselstroomspoel voor de
uitgangszijde
Voor het verminderen van
trillingen en het voorkomen van
storingen in het thermische relais
(ACL-X-XX)
Sinusuitgangsfilter
Hoofdstuk 2 Installatie en bedrading
Stroomgevoeligheid (mA)
50
100
Omschrijving
Gebruik deze spoel om harmonischen te onderdrukken of wanneer de
onbalans van de voedingsspanning 3% of meer bedraagt, wanneer het
vermogen van de voeding 500 kVA of meer bedraagt of wanneer de
voedingsspanning snel kan veranderen. Deze spoel verbetert ook de
vermogensfactor.
Dit ruisfilter vermindert de geleidende ruis die wordt gegenereerd door
de frequentieregelaar en doorgegeven via de bekabeling. Sluit dit
ruisfilter op de primaire zijde (ingangszijde) van de frequentieregelaar
aan.
De frequentieregelaar kan tijdens bedrijf radioruis in de voedingskabels
opwekken. Gebruik dit ruisfilter om de radioruis (uitgestraalde ruis) te
verminderen.
Gebruik dit ruisfilter om de uitgestraalde ruis van de ingangskabels te
verminderen.
Gebruik deze spoel om de door de frequentieregelaar genereerde
harmonischen te onderdrukken.
Gebruik deze apparaten om het remkoppel van de frequentieregelaar
te verhogen in situaties waarbij de frequentieregelaar de aangesloten
belasting zeer vaak in- en uitschakelt of de belasting met een hoog
traagheidsmoment vertraagt.
Sluit dit ruisfilter tussen de frequentieregelaar en de motor aan om de
uitgestraalde ruis van kabels te verminderen met als doel de
elektromagnetische interferentie met radio- en televisieontvangst te
beperken en storingen van meetapparatuur en sensoren te voorkomen.
Gebruik dit ruisfilter om ruis aan de uitgaande zijde van de
frequentieregelaar te verminderen. (Het ruisfilter kan zowel aan de in-
als uitgangszijde worden gebruikt.)
Het gebruik van de frequentieregelaar om een motor voor algemeen
gebruik aan te drijven kan leiden tot grotere trillingen van de motor dan
in het geval van directe aandrijving door de meegeleverde voeding.
Sluit deze wisselstroomspoel tussen de frequentieregelaar en de motor
aan om het pulseren van de motor te verminderen. Breng deze
wisselstroomspoel ook tussen de frequentieregelaar en de motor aan
wanneer de twee door een lange kabel (10 m of meer) met elkaar
verbonden zijn om een defect aan het thermische relais te voorkomen
als gevolg van de harmonischen die door het schakelen van de
frequentieregelaar worden gegenereerd. NB: het thermische relais kan
ook worden vervangen door een stroomsensor om deze storing te
voorkomen.
Dit filter zet het uitgangssignaal van de frequentieregelaar om in een
sinusvormige golfvorm.
2 - 17
2
om het uitgangscontact