Informatie voor beheerders
2. Dubbelklik op de printer die u wilt gebruiken.
Basisinstellingen voor afdrukken
Configureer de afdrukinstellingen, zoals het papierformaat of voor printerfouten.
De papierbron instellen
Stel het formaat en de soort in van het papier dat in elke papierbron moet worden geladen.
1. Open Web Config en selecteer het tabblad Afdrukken > Instellingen papierbron.
2. Stel elk item in.
De weergegeven items kunnen afhankelijk van de situatie verschillen.
❏ Naam papierbron
Hier wordt de naam van de papierbron weergegeven, bijvoorbeeld papierlade, Cassette 1.
❏ Papierformaat
Selecteer het gewenste papierformaat in de vervolgkeuzelijst.
❏ Eenheid
Selecteer de eenheid voor het gebruikergedefinieerde formaat. U kunt dit instellen wanneer
Gebruikergedefinieerd is geselecteerd bij Papierformaat.
❏ Breedte
Stel de horizontale lengte voor het gebruikergedefinieerde formaat in.
Het bereik dat u hier kunt invoeren, is afhankelijk van de papierbron en wordt naast Breedte weergegeven.
Wanneer u mm selecteert bij Eenheid, kunt u één decimaal invoeren.
Wanneer u inch selecteert bij Eenheid, kunt u twee één decimaal invoeren.
❏ Hoogte
Stel de verticale lengte voor het gebruikergedefinieerde formaat in.
Het bereik dat u hier kunt invoeren, is afhankelijk van de papierbron en wordt naast Hoogte weergegeven.
Wanneer u mm selecteert bij Eenheid, kunt u één decimaal invoeren.
Wanneer u inch selecteert bij Eenheid, kunt u twee één decimaal invoeren.
❏ Papiertype
Selecteer de gewenste papiersoort in de vervolgkeuzelijst.
3. Controleer de instellingen en klik vervolgens op OK.
Foutinstellingen
Stel het weergeven van fouten voor het apparaat in.
1. Open Web Config en selecteer het tabblad Afdrukken > Foutinstellingen.
>
Instellingen voor gebruik van de printer
264
>
De afdrukfuncties gebruiken