Informatie voor beheerders
>
>
Instellingen voor gebruik van de printer
De afdrukfuncties gebruiken
Typen printerverbindingen
De volgende twee methoden zijn beschikbaar voor de netwerkverbinding van de printer.
❏ Peer-to-peer-verbinding (rechtstreeks afdrukken)
❏ Server-clientverbinding (printer delen via de Windows-server)
Instellingen voor peer-to-peer-verbinding
Dit is de verbinding waarmee de printer rechtstreeks wordt verbonden met het netwerk en de computer. Er kan
alleen een model worden gebruikt dat geschikt is voor gebruik in een netwerk.
Verbindingsmethode:
Maak rechtstreeks verbinding tussen de printer en het netwerk via een hub of toegangspunt.
Printerstuurprogramma:
Installeer het printerstuurprogramma op elke clientcomputer.
Wanneer u EpsonNet SetupManager gebruikt, kunt u het stuurprogramma gebruiken dat de printerinstellingen
bevat.
Functies:
❏ De afdruktaak begint direct, omdat de afdruktaak rechtstreeks naar de printer wordt verzonden.
❏ U kunt afdrukken zolang de printer is ingeschakeld.
Instellingen voor de server-clientverbinding
Dit is de verbinding die de servercomputer deelt met de printer. Om verbindingen buiten de servercomputer om te
voorkomen, kunt u de beveiliging verhogen.
Wanneer u USB gebruikt, kan de printer zonder netwerkfunctie worden gedeeld.
Verbindingsmethode:
Maak verbinding tussen de printer en het netwerk via een LAN-switch of toegangspunt.
U kunt de printer ook rechtstreeks met de server verbinden met behulp van een USB-kabel.
Printerstuurprogramma:
Installeer het printerstuurprogramma op de Windows-server. De versie is afhankelijk van het besturingssysteem
van de clientcomputers.
Als u de printer koppelt op de Windows-server, wordt het printerstuurprogramma op de clientcomputer
geïnstalleerd en kan het worden gebruikt.
Functies:
❏ Beheer de printer en het printerstuurprogramma batchgewijs.
❏ Afhankelijk van de specificaties van de server kan het enige tijd duren voordat de afdruktaak wordt gestart. Dit
komt doordat alle afdruktaken via de afdrukserver gaan.
❏ U kunt niet afdrukken wanneer de Windows-server is uitgeschakeld.
260