CONTROLE VOOR GEBRUIK
De inspectie van uw boot voor elke rit is erg belangrijk. Controleer voor
u vertrekt altijd of uw voertuig correct rijdt en alle bedieningselementen,
veiligheidsvoorzieningen en mechanische onderdelen goed werken. Als
dit niet gebeurt, loopt u risico op ernstige of zelfs dodelijke verwondingen.
Neem alle wettelijk voorgeschreven veiligheidsuitrusting mee.
Een aantal van de volgende punten kwam nog niet eerder aan bod in deze hand-
leiding. Deze worden echter beschreven in het hoofdstuk ONDERHOUD of SPE-
CIALE PROCEDURES. Meer gedetailleerde informatie vindt u in deze delen.
Schakel de motoren uit en verwijder het veiligheidskoord altijd van het
DESS-contact, alvorens de volgende punten na te kijken. Start de boot pas
nadat alle onderdelen werden nagekeken en correct werken.
ONDERDEEL
Romp
Waterinlaten jetpompen
Ruim
Accu
Hoofdaccu-onderbreker
Navigatielichten
Brandstoftank/motorolie (B/S)
Motorcompartiment
Brandblusapparaat
Stuurinrichting
Gas/schakelsysteem
Snelheidsregeling/Perfect Pass
(indien van toepassing)
ICS (inlaat-vrijmaaksysteem)
Ruimventilator en ruimpomp
Veiligheidskoord/DESS/
motorstart/stopknoppen
Verplichte veiligheidsuitrusting
Deksels bergvakken
_____________________
104
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
OVERZICHT
Inspecteren op beschadigingen.
Inspecteren/reinigen.
Water aflaten. Nakijken of plug goed dicht is.
Inspecteren op goede bevestiging van kabels
en bevestigingriemen en lading controleren.
Controleren of hij is ingeschakeld.
Werking controleren.
Hervullen.
Controleer onderdelen van het
brandstof/uitlaatsysteem.
Toestand/montage inspecteren.
Werking controleren.
Werking controleren.
Voer de test van het stangenmechanisme uit
(zie HANDLEIDING PERFECT PASS.
Controleer of ICS niet geactiveerd is en of de
roosters naar beneden staan.
Werking controleren.
Werking controleren.
Werking controleren.
Controleren of ze gesloten en vergrendeld zijn.
DOEN
!