Het toestel dragen
• Draag het toestel om uw pols, boven uw polsgewricht.
OPMERKING: Het toestel dient stevig vast te zitten, maar niet te strak. Voor een nauwkeurigere
hartslagmeting mag het toestel niet bewegen tijdens het zwemmen of de training.
OPMERKING: De optische sensor bevindt zich aan de achterkant van het toestel.
• Raadpleeg
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens, pagina 16
de pols.
• Ga naar
garmin.com/ataccuracy
• Ga voor meer informatie over onderhoud en ondersteuning voor uw toestel naar
/fitandcare.
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens
Als hartslaggegevens onregelmatig zijn of niet worden weergegeven, kunt u deze tips proberen.
• Zorg dat uw onderarm schoon en droog is voordat u het toestel omdoet.
• Zorg dat de huid onder het toestel niet is ingesmeerd met zonnebrandcrème, lotion of insectenwerende
middelen.
• Zorg dat de hartslagsensor aan de achterkant van het toestel niet wordt bekrast.
• Draag het toestel om uw pols, boven uw polsgewricht. Het toestel dient stevig vast te zitten, maar niet te
strak.
• Wacht tot het pictogram
• Voer gedurende 5 tot 10 minuten een warming-up uit en meet uw hartslag voordat u aan uw workout begint.
OPMERKING: Voer bij koud weer de warming-up binnen uit.
• Spoel het toestel na elke training af met schoon water.
16
voor meer informatie over nauwkeurigheid.
constant brandt voordat u aan uw activiteit begint.
voor meer informatie over de hartslag aan
www.garmin.com
Hartslagmeetfuncties