6 Installatie
6.4.3
Richtlijnen bij het aansluiten van
koelmiddelleidingen
Houd rekening met de volgende richtlijnen wanneer u buizen
aansluit:
▪ Bestrijk de binnenkant van de verbreding met etherolie of esterolie
wanneer u een voor verbrede uiteinden bedoelde moer aanhaalt.
Draai eerst 3 of 4 toeren met de hand vast vooraleer stevig vast te
draaien.
▪ Gebruik altijd twee sleutels tezamen om een voor verbrede
uiteinden bedoelde moer los te draaien.
▪ Gebruik altijd samen een moersleutel en een momentsleutel om
deze moer aan te halen wanneer u de leiding aansluit. Op die
manier zal de moer niet scheuren en lekken.
a
b
c
d
a
Momentsleutel
b
Moersleutel
c
Leidingverbinding
d
Flaremoer
Leidingmaat
Aanhaalmome
(mm)
nt (N•m)
Ø6,4
15~17
Ø9,5
33~39
Ø12,7
50~60
Ø15,9
63~75
6.4.4
Richtlijnen voor het buigen van leidingen
Gebruik een buisbuiger om bochten te maken. Alle buisbochten
moeten zo zacht mogelijk zijn (de bochtstraal moet 30~40 mm
bedragen of meer zelfs).
6.4.5
Het uiteinde van een buis verbreden
VOORZICHTIG
▪ Een onvolledige verbreding kan lekken van koelgas
veroorzaken.
▪ Gebruik getrompte buizen NIET opnieuw. Gebruik
nieuwe getrompte buizen om ervoor te zorgen dat geen
koelgas kan lekken.
▪ Gebruik de getrompte moeren die bij de unit werden
meegeleverd. Andere getrompte moeren gebruiken kan
koelgaslekken veroorzaken.
1 Snijd het uiteinde van de buis af met een buissnijder.
2 Verwijder de bramen en houd daarbij het afgesneden vlak naar
beneden zodat er geen bramen in de buis kunnen komen.
a
b
a
Snijd exact af in rechte hoeken.
b
Verwijder de bramen.
3 Verwijder de getrompte moer van de afsluiter en zet de
getrompte moer op de buis.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
16
Flareafmetinge
Flarevorm
n (A) (mm)
(mm)
90° ±2
8,7~9,1
A
12,8~13,2
16,2~16,6
R=0.4~0.8
19,3~19,7
4 Verbreed de buis. Verbreed exact op de plaats zoals getoond
op de volgende afbeelding.
A
Verbredingsgeree
Koppelingstype
dschap voor
(Ridgid type)
R410A
(koppelingstype)
A
0~0,5 mm
1,0~1,5 mm
5 Controleer of de verbreding goed werd uitgevoerd.
a
b
c
a
De binnenkant van de verbreding mag geen barsten of
gebreken vertonen.
b
Het uiteinde van de buis moet gelijkmatig en volgens een
perfecte cirkel verbreed zijn.
c
Controleer of de flaremoer geïnstalleerd is.
6.4.6
Het uiteinde van een buis solderen
OPMERKING
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van lokale
leidingen. Breng soldeersel aan zoals aangegeven in de
afbeelding.
≤Ø25.4
1
1
▪ Doorblazen met stikstof bij het hardsolderen voorkomt belangrijke
afzettingen van een geoxideerde filmlaag op de binnenkant van
de leiding. Deze filmlaag heeft een nadelige invloed op de
kleppen en compressoren in het koelsysteem en voorkomt een
goede werking.
▪ Stel de stikstofdruk met een drukreduceerklep in op 20 kPa (d.w.z.
net genoeg om te voelen op de huid).
a
b
f
a
Koelmiddelleiding
b
Te hardsolderen deel
c
Tape
d
Handbediende klep
e
Drukreduceerklep
f
Stikstof
▪ Gebruik
GEEN
anti-oxidanten
leidingverbindingen.
Door resten kunnen leidingen verstopt raken en kan uitrusting stuk
gaan.
▪ Gebruik GEEN vloeimiddel bij het hardsolderen van koper-op-
koper koelmiddelleidingen. Gebruik fosforkoper toevoegmetaal
(BCuP), waarbij geen vloeimiddel wordt vereist.
Vloeimiddel
heeft
een
uitermate
koelmiddelleidingsystemen. Zo zal een vloeimiddel op chloorbasis
corrosie van de leidingen veroorzaken, of als het fluor bevat, zal
het de koelmiddelolie aantasten.
Condensatie-unit met luchtgekoelde koeling
Normaal trompgereedschap
Vleugelmoertype
(Imperial type)
1,5~2,0 mm
c
d
e
f
bij
het
hardsolderen
schadelijke
invloed
LRMEQ3+4AY1
4P442131-1 – 2016.03
van
op